NL | FR | LU
Peoplesphere

Naar een ander model van sociale zekerheid ?

Ons land investeert veel in zijn sociale zekerheid. Met meer dan 51 miljard aan sociale bijdragen vormen onze bedrijven een stevige pijler van een solide en betrouwbare sociale zekerheid. Maar is ons model voldoende aangepast aan de realiteit van de 21e eeuw? Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) gaat er alvast van uit dat een rechtvaardig evenwicht tussen solidariteit en verzekering cruciaal is en lanceert enkele pistes voor een degelijke hervorming van ons model van sociale zekerheid. 

“Onze werkzaamheidgraad is te laag en onze uitgaven zijn te hoog. Die wetenschap verplicht ons om na te denken over een efficiënter en transparanter model van sociale zekerheid” aldus het VBO.

Onze sociale zekerheid moet duurzaam zijn

Onze verwachting lijkt evident: een redelijk vervangingsinkomen garanderen wanneer het arbeidsinkomen wegvalt door een sociaal risico. Op die manier ondersteunt de sociale zekerheid de koopkracht. Het terugdringen van armoede is dan weer een belangrijke maar geen exclusieve doelstelling van de sociale zekerheid. Om duurzaam te blijven moet ons model steeds een evenwicht vinden tussen solidariteit en verzekering. Eigen verantwoordelijkheid blijft daarbij een belangrijke pijler. Om het draagvlak te blijven garanderen, moet het aanbod van de sociale zekerheid volstaan in verhouding tot de hoge bijdragen die worden betaald. Neem nu het werknemerspensioen: de nettovervangingsratio (dat is de verhouding tussen het nettopensioen en het nettoloon dat met arbeid wordt verdiend) blijft met 50,1% bijzonder laag. Net daarom is het aanvullend bedrijfspensioen of het individueel pensioensparen zo belangrijk. Om die duurzaamheid te garanderen, moet in ieder geval de werkzaamheidsgraad omhoog.

De investering: duur is niet hetzelfde als performant

We moeten ons dus durven afvragen of de huidige structuren en uitgavenposten nog in lijn liggen met de echte noden en uitdagingen van vandaag. Het huidige model is immers peperduur. Met 28,9% van het bbp dat België investeert in sociale uitgaven is ons land na Frankrijk koploper binnen de OESO. Meer dan 40% van de uitgaven van de sociale zekerheid gaat naar de eerste pensioenpijler, terwijl de vervangingsratio niet royaal is. Hoge uitgaven, die verder zullen stijgen door de vergrijzing, zijn geen synoniem van hoge performantie. Dat arbeid een dure zaak is, zien we aan de loonwig. Zo bedraagt het verschil in loonkosten voor de werkgever en het nettoloon voor de werknemer in België voor een alleenstaande bijna 60% en voor een koppel met twee kinderen 46%. Daarmee houden ze minder over dan in Frankrijk, Duitsland en Nederland.

De sociale zekerheid in Europees perspectief

Het arbeidsmarktbeleid heeft een rechtstreekse impact op de financiering van onze sociale zekerheid. Dat dit beleid ‘actiever’ moet, geven de volgende cijfers aan:

– Zo bedraagt onze werkzaamheidsgraad 69,7%, wat een stuk lager is dan in de EU-15 (73%), Zweden (82,6%), Nederland (78,9%) en Denemarken (78,2%).

– 68,5% van de totale uitgaven inzake arbeidsmarktbeleid gaat in België naar steun, terwijl amper 22,8% naar activering gaat. In Zweden gaat 32,8% naar steun en meer dan de helft (53,3%) naar activering.

Het VBO is geen voorstander van een Europees socialezekerheidstelsel. Europa kan wel legitieme doelstellingen formuleren, zonder dwingende nationale maatregelen op te leggen.

Performantie van onze sociale zekerheid: voor wat, hoort wat

Verschillende maatregelen kunnen genomen worden om onze sociale zekerheid performanter te maken. In de eerste plaats is er nood aan risicopreventie . Preventie overstijgt de pure gezondheid en is ook een middel om langdurige werkloosheid te bestrijden. De kans op een zinvolle job start bijvoorbeeld met de juiste studiekeuze en de arbeidsbemiddelingsdiensten moeten jongeren voldoende informeren over de gevolgen van hun studiekeuze. Jongeren daarentegen moeten zich goed informeren over hun potentiële jobkansen bij een welbepaalde keuze. Daarnaast moet dewelvaartsenveloppe maximaal worden ingezet op armoedebestrijding door de kloof tussen de armoedegrens en de minimumuitkeringen te verkleinen. De focus ligt daarbij op alleenstaande ouders.

Uiteindelijk moet een performante sociale zekerheid ook aanzetten tot ‘werken’, dat steeds voordeliger moet zijn dan ‘niet-werken’. Uitkeringsgerechtigden moeten dan ook zo vlug mogelijk terug aan de slag. Zeker bij een werkloosheidsverzekering die onbeperkt is in de tijd zijn twee elementen essentieel: vooreerst de effectieve begeleiding en opvolging van werkzoekenden en vervolgens de controle op hun zoekgedrag en de arbeidsbereidheid. Uit het RVA-verslag van 2018 blijkt echter dat het activeringsbeleid hapert: het aantal sancties voor zoekgedrag daalde spectaculair in tijden waar bijna 150.000 vacatures niet ingevuld geraken.

De meest efficiënte en effectieve manier van activeren is nog steeds een beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen. Zo neemt de federale sociale zekerheid de uitkeringen voor bijvoorbeeld twee jaar ten laste. Daarna is het aan de gewesten om voor de langdurig werkzoekenden een eigen opvolgings- en begeleidingsbeleid te voeren.

Naar eigentijdse vormen van sociale zekerheid

Nieuwe risico’s vergen nieuwe oplossingen. Het VBO bespreekt er twee:

– Zo is de kans groot dat de verworven kennis steeds sneller veroudert. Levenslang leren is dan ook cruciaal in functie van langere loopbanen. De inspanningen van Belgische werknemers om opleidingen te volgen, liggen echter te laag, terwijl werkgevers er erg veel in investeren. België moet met andere woorden werk maken van een echte leercultuur, die nu ontbreekt. In dat kader kan de ‘leerrekening’ een hefboom zijn voor levenslang leren.

– De nieuwe vormen van werk verlagen de drempels voor toegang tot de arbeidsmarkt en verschaffen werk aan personen die het moeilijker hebben op de traditionele arbeidsmarkt. Het is echter niet nodig om hiervoor een ‘derde statuut’ te ontwikkelen. Dat zorgt immers voor meer complexiteit, meer rechtsonzekerheid en het is onduidelijk welke rechten en contractuele bescherming zo’n statuut zou bieden.

Eenvoud versterkt het draagvlak en de efficiëntie

Ons huidige model is een onzichtbaar kluwen dat nood heeft aan meer eenvoud en efficiëntie. We moeten durven evolueren naar één geharmoniseerd statuut voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen. Werk de verschillende koterijen weg. Is het echt nodig dat er specifieke regels bestaan voor voetballers? En zijn de gelijkgestelde periodes niet aan een evaluatie toe? Kunnen de werkloosheidsuitkeringen tegen 2030 niet via een app geregeld worden?

Monica De Jonghe, directeur-generaal van het VBO en hoofd van het competentiecentrum Werk en Sociale Zekerheid: ‘Onze sociale zekerheid zorgt voor maatschappelijke cohesie, sociale rust en draagt bij tot een omgeving waar ondernemingen kunnen gedijen. Ze ondersteunt de koopkracht van mensen die getroffen worden door een sociaal risico en werkt stabiliserend in tijden van crisis. Als we willen dat onze sociale zekerheid die doelstellingen blijft waarmaken, moeten we haar fundamenteel hertekenen. Een flexibele arbeidsmarkt, met respect voor de sociale rechten, is daartoe de sleutel. Iedereen heeft hier belang bij. Laat onze voorstellen een aanzet zijn tot het debat.’

Bron: VBO

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.