Het aantal Belgen dat een motorrijbewijs haalt, stijgt de laatste jaren. Vorig jaar werden er ruim 24.100 motorrijbewijzen uitgereikt, dat zijn er gemiddeld 465 per week of 66 per dag. Dat blijkt uit cijfers die FEBIAC, de Belgische en Luxemburgse Automobiel- en Tweewielerfederatie analyseerde. In tien jaar tijd is het aantal Belgen dat een rijbewijs voor een motorfiets haalt, met 70 procent gestegen. Door de toenemende files zoeken mensen een alternatief om sneller op hun bestemming te geraken, zegt FEBIAC.
Volgens de tweewielerfederatie moet de volgende regering meer werk maken om motorrijden te promoten binnen het mobiliteitsbudget, omdat dit ecologischer is, de files helpt op te lossen en fiscaal interessanter is voor werknemers.
In 2009 overhandigden onze gemeente- en stadsbesturen 14.208 motorrijbewijzen. Vorig jaar liep dat aantal op tot 24.160 bezitters van een nieuw rijbewijs. Dat zijn er gemiddeld 66 per dag of 465 per week. Als je kijkt naar de evolutie van de afgelopen tien jaar gaat het om een stijging van zeventig procent. Dat blijkt uit een analyse van FEBIAC op basis van cijfers van de FOD Mobiliteit.
“Ondanks het feit dat de motorrijders geen kleine groep weggebruikers zijn, worden ze vaak vergeten zowel door werkgevers als door de overheid en belangengroepen. Motorrijden is een belangrijke mobiliteitsoplossing die de filedruk kan doen afnemen”, zegt Stijn Vancuyck, adviseur gemotoriseerde tweewielers bij FEBIAC. Onderzoek van Transport & Mobility in 2011 toonde al aan dat de files met veertig procent zouden dalen, indien tien procent van de automobilisten zou kiezen voor een gemotoriseerde tweewieler.
Zowel in verstedelijkte gebieden als vanuit landelijke regio’s bewegen scooter- en motorrijders zich sneller naar het werk dan automobilisten. Zij kunnen tussen het fileverkeer doorrijden als de snelheid van de files minder dan 50 kilometer per uur bedraagt en wanneer het snelheidsverschil tussen de motorrijder en het andere verkeer lager ligt dan 20 kilometer per uur. En als het verkeer terug op gang komt, moet de scooter of motor gewoon invoegen.
“Elke automobilist die overstapt op een gemotoriseerde tweewieler, is een auto minder in de file. Maar de overheid en belangengroepen vergeten dit alternatief transportmiddel vaak. Een elektrische fiets is niet haalbaar voor grote afstanden en met het openbaar vervoer geraak je vaak niet bij sites aan de rand van grote steden”, aldus Vancuyck.
Voor de werkgevers is het interessant dat hun werknemers met de motor naar het werk zouden pendelen. Het bespaart hen niet alleen tijd, maar ze kunnen vaak ook heel dicht bij kantoor parkeren en als ze toch in hun parkeergarages hun voertuig moeten stallen, staan drie motoren gelijk aan één wagen qua ruimte. Om het motorgebruik te promoten in het bedrijfsleven pleit FEBIAC ervoor dat de volgende regering de regels rond het mobiliteitsbudget aanpast ten voordele van de motor.
“De huidige regelgeving zorgt er nu voor dat motorrijders toch hun bedrijfswagen naar het werk nemen, omdat zij met hun privé-motor zelf voor alle kosten opdraaien. Enkel bromfietsen en elektrische motorfietsen zijn momenteel opgenomen in het mobiliteitsbudget, maar wij pleiten voor een uitbreiding naar alle motorfietsen”, zegt Luc Bontemps, directeur-generaal van FEBIAC.
Daarnaast is het interessant voor particulieren om de motor te gebruiken, omdat de kilometers die je met de motor doet voor je woon-werkverkeer 100 procent fiscaal aftrekbaar zijn, terwijl dat met de auto maar tot 75 procent is. Ook de motorkledij, de aankoop van de motor en tal van andere kosten zijn fiscaal volledig aftrekbaar als je zelf alle kosten bewijst.
Tot slot stelt FEBIAC voor om bestuurders van tweewielers op busbanen te laten rijden, zodat zij van het autoverkeer worden gescheiden en niet meer langs de files moeten laveren. Dat geeft deze kwetsbare groep een veiliger gevoel.
Bron: FEBIAC