Het aantal nieuwe contracten van onbepaalde duur dat Belgische bedrijven afsloten, zit na de zomer opnieuw op het niveau van vóór corona. Meer nog: in de periode januari tot en met augustus werden er 1,7% meer nieuwe arbeidscontracten getekend. In augustus was er een echte piek, die 26% hoger lag in vergelijking met 2019. Dat blijkt uit de gegevens van hr-dienstenbedrijf Acerta van 260.000 werkende Belgen. Dat de jobmobiliteit voor het eerst dit jaar opnieuw even hoog is als in 2019, toont dat de arbeidsmarkt hersteld is van de coronacrisis. Opvallend: enkel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft achter en noteert nog bijna 6% onder het niveau van voor de coronacrisis.
Dat de arbeidsmarkt zich goed herstelt van de negatieve impact van corona, blijkt nu ook uit de cijfers over het aantal nieuwe arbeidscontracten van onbepaalde duur dat Belgische bedrijven de afgelopen maanden afsloten. Qua aantallen zitten die nu terug op het niveau van voor corona. In januari-augustus 2021 tekenden zelfs iets meer werkgevers en werknemers een arbeidsovereenkomst dan in dezelfde periode in 2019: +1,7%. De instroom van werknemers in nieuwe jobs noteert na de zomermaanden zelfs bijna een kwart hoger dan vorig jaar:+23,7%. 2020 was weliswaar hét coronajaar, waarin aanwerven of van job veranderen toen geen prioriteit was voor werkgevers én werknemers.
Nele Ronsmans, expert talent ontwikkeling: “De instroomcijfers zijn een barometer van de arbeidsmarkt en van onze economie. Elk nieuw afgesloten arbeidscontract is als olie die de arbeidsmarkt goed laat draaien. Al blijft het voor onze Belgische ondernemingen nog steeds een enorme uitdaging om geschikte mensen te vinden. Openstaande vacatures zijn nog geen garantie op contracten van onbepaalde duur. Dat er de eerste acht maanden van dit jaar al een kwart meer arbeidscontracten getekend zijn dan vorig jaar, is dus echt goed nieuws.”
Geen volledig herstel in Brussel
De instroom van werknemers in een nieuwe job heeft zich niet overal op dezelfde manier hersteld. De resultaten voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijven na deze zomer nog onder de pre-corona resultaten: -5,9 % in vergelijking met het einde van de zomer van 2019 .
Meer nieuwe arbeidscontracten in kleine kmo’s
In de kleinste ondernemingen is het herstel van de instroom in nieuwe jobs het opmerkelijkst. Dat mag niet verwonderen want wellicht gaat dat over ‘jonge’ bedrijven die nog hun eerste werknemer moesten aanwerven, een stap die ze logischerwijze niet in het coronajaar hebben gezet, maar wel tijdens het herstel van de economie. De groep ondernemingen die in negatieve zin het meest opvalt zijn de grootste bedrijven (met 200 tot 500 medewerkers): de instroom daar noteert nog altijd onder 2019 (-31 %) en zelfs onder 2020 (-11 %).
Nele Ronsmans: “Wellicht was het in grotere organisaties extra uitdagend om hun medewerkers betrokken te houden tijdens de lange periode van verplicht thuiswerk. Het is niet ondenkbaar dat mensen daarom afscheid genomen hebben van hun bedrijf, en eerder een toekomst gezocht hebben in een kleinere organisatie. Bovendien hebben medewerkers het voorbije jaar ook echt de tijd gehad om na te denken over hun loopbaan, hetgeen de jobmobiliteit waarschijnlijk ook heeft beïnvloed. Nu we opnieuw (een paar dagen per week) naar kantoor mogen, kunnen organisaties best nadenken over hoe de tijd op de werkvloer zo nuttig mogelijk ingevuld kan worden. Het is belangrijk dat er voldoende ruimte is voor team meetings en ook voor informele momenten wanneer medewerkers fysiek samen zijn. Die momenten zullen de verbinding met de collega’s onderling, maar ook met de organisatie, verbeteren en dat gaat ten goede van de retentie.
De positieve cijfers tonen hoe snel bedrijven en sollicitanten zich het afgelopen anderhalf jaar hebben aangepast. Het rekruteringsproces dat voorafging aan de nieuwe contracten van 2021 is nog op de coronamanier gebeurd: vanop afstand en met moeite. Het vertrouwen in de arbeidsmarkt is in ieder geval terug: werknemers durven en willen nieuwe werkuitdagingen aangaan. Onboarding van nieuwe mensen in een hybride werkcontext zal de eerstvolgende test zijn. Want de inspanning en de investering die werkgevers en werknemers hebben gedaan om elkaar te vinden, verdient nu ook een passend vervolg. Een vervolg dat rekening houdt met de nieuwe realiteit van meer telewerk en meer autonomie.”
Bron : de verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van een set van 260.000 werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.