De regering bereikte een akkoord over de arbeidsdeal die enerzijds tot doel heeft om meer mensen aan het werk te krijgen door het wegwerken van een aantal drempels op de arbeidsmarkt, maar anderzijds ook inzet op een betere werk-privébalans voor de werknemers. Over de twee meest heikele dossiers, het statuut van de platformwerkers en een aangepast wettelijk kader voor e-commerce, werd ook overeenstemming bereikt. Het is nu aan de sociale partners om een advies te geven over het pakket maatregelen. Op dit moment ziet het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) dat er knopen zijn doorgehakt, maar vreest het dat een zondvloed van regels echte vooruitgang zal beknotten.
De ontwerpteksten, die door de kern werden afgeklopt, voorzien o.m. in de volgende maatregelen.
Flexibiliteit voor werknemers: een kluwen van regels – Werkgevers kunnen in overleg extra flexibiliteit aanbieden aan hun werknemers, door hen de mogelijkheid te geven de werkweek over 4 in plaats van 5 dagen te presteren, of te werken met een wisselend weekregime, mits een aantal strikte voorwaarden worden nageleefd. Jammer genoeg zullen volgens het VBO veel werkgevers door de vele procedureregels het bos door de bomen niet meer zien en dus niet gemakkelijk meestappen in dit nochtans positieve verhaal.
Recht op deconnectie: ingebouwde drempels remmen verandering af – Na een eerder akkoord voor federale ambtenaren, wordt een poging gedaan om iets gelijkaardigs in de privésector te lanceren. Daar zal een ondernemings-cao of arbeidsreglement de nadere regels rond deconnectie moeten bepalen, op basis van een minimumkader vastgelegd in de wet. Afspraken maken over de modaliteiten van connectie en deconnectie is begrijpelijk. Maar door te spreken over een recht, komt automatisch ook de plicht tot connectie tijdens de uren op tafel. Het valt te vrezen dat juist wie extra hulp en begeleiding nodig heeft, net als werknemers die nood hebben aan veel flexibiliteit, het moeilijker zullen krijgen. Het valt ook te betreuren dat een regeling die het voorwerp uitmaakt van sociaal overleg, vooraf al deels wordt ingevuld en achteraf nog kan worden afgekeurd door de administratie omwille van de publiciteitsverplichting.
Individueel opleidingsrecht en jaarlijks opleidingsplan: niet het juiste antwoord op uitdagingen van vandaag en morgen – Werknemers krijgen een individueel opleidingsrecht binnen de arbeidsrelatie dat vanaf 2024 minimum 5 dagen per jaar per VTE moet bedragen, vertrekkende van een minimumrecht van 3 dagen in 2022, en 4 dagen in 2023. De werkgever zal jaarlijks een opleidingsplan (met de lijst van opleidingen en de doelgroep voor wie ze bestemd zijn) moeten overmaken aan de overlegorganen (cascaderegeling) of aan de werknemers, telkens tegen uiterlijk 15 maart.
Het VBO is van mening dat het strikte carcan van individuele vormingsrechten niet het juiste antwoord is op de uitdagingen van vandaag en morgen. Ook hier is een aanpak op maat noodzakelijk in functie van zowel de noden van de ondernemingen als hun werknemers.
Transitietrajecten – Transitietrajecten moeten het ontslagrecht activerender maken, door werkgevers en werknemers een kader aan te bieden waarbij de werknemer gedurende de opzeggingstermijn aan de slag kan bij een andere werkgever met het oog op een definitieve aanwerving. Dit is een positieve maatregel die inzet op een onmiddellijke transitie van werk naar werk.
Bevorderen van de inzetbaarheid: investeren in de eigen inzetbaarheid loont – Werknemers met een opzeggingstermijn van minstens 30 weken zullen (naast de verplichte 4 weken outplacement), aanspraak kunnen maken op bijkomende inzetbaarheidsbevorderende maatregelen die gefinancierd worden met de werkgeversbijdragen op de opzeggingsvergoeding/-termijn. Het is goed dat deze maatregel eindelijk geconcretiseerd wordt, waar het overleg niet tot het verhoopte resultaat kon leiden.
E-commerce: afwachten of experimenten zich vertalen in een daadwerkelijke verandering – Met het nachtwerk dat in ons land al van toepassing is vanaf 20 uur, in tegenstelling tot vanaf middernacht in bijvoorbeeld Nederland, kent België een van de strengste regelingen rond nachtarbeid. Dat heeft tot gevolg dat, naast de reeds torenhoge loonkosten en de extra te onderhandelen procedures en toeslagen (tot 50%!), onze ondernemingen concurrentieel buitenspel worden gezet en dat de tewerkstelling niet in België wordt gecreëerd.
De regering tracht daarin nu een kentering teweeg te brengen door ondernemingen toe te laten om experimenten op te zetten met vrijwilligers rond avondwerk tussen 20 uur en middernacht. Daarbij moeten de procedures van nachtarbeid vanaf 20 uur niet worden gevolgd, in de hoop om zo de koudwatervrees bij ondernemingen, werknemers en vakbonden weg te nemen.
Platformeconomie – Er is voor platformwerkers gekozen om in de bestaande regelgeving een lijst van specifieke criteria op te nemen die mede geïnspireerd zijn door de Europese ontwerprichtlijn die momenteel ter discussie voorligt. Ook moet een verzekering met dekking tegen ongevallen worden afgesloten voor de platformmedewerkers.
Wij zijn tevreden dat de regering gekozen heeft voor een regeling die in lijn ligt met wat bestaat voor de andere risicosectoren en hiermee bijdraagt tot rechtszekerheid.
“Het is goed dat principiële knopen werden doorgehakt zodat België zijn achterstand inzake e-commerce eindelijk kan beginnen bijbenen.”, aldus Pieter Timmermans en Monica De Jonghe, respectievelijk CEO en directeur-generaal van het VBO. “We zien ook dat de maatregelen voor een betere werk-privébalans hun doel dreigen voorbij te schieten. De vele regels en extra ingebouwde drempels die werknemers moeten beschermen, zijn vooral een blijk van wantrouwen van de overheid ten opzichte van de wereld van het werk. In de praktijk zal dit bureaucratisch kluwen weinig echte verandering brengen. We vrezen dan ook dat met dit soort maatregelen we het doel om een tewerkstellingsgraad van 80% te bereiken, niet zullen halen.”
Bron: VBO