Op de dag voor waardig werk lanceert het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM) een nieuw rapport over het Belgische arbeidsrecht, dat mee ondertekend werd door het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, Myria en de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CTRG).
Het rapport bevat 57 aanbevelingen voor een betere sociale bescherming. “België heeft een sterke arbeidswetgeving, maar we stellen vast dat bepaalde categorieën van werknemers niet even goed beschermd zijn.” aldus Martien Schotsmans, Directeur van het FIRM
Precaire arbeid
Volgens het FIRM, het Steunpunt armoedebestrijding, Myria en de CTRG gaat het Belgische arbeidsrecht uit van “de ideale werknemer” die voltijds werkt met een contract van onbepaalde duur en die kan rekenen op een sterke bescherming. Maar België creëerde wel meer en meer precaire statuten die afwijken van de bestaande wetgeving. Wie bijvoorbeeld maaltijden levert via een deelplatform, bouwt vaak geen sociale zekerheidsrechten (ziekteverzekering, pensioen, werkloosheidsuitkering) op. Een ander voorbeeld zijn flexi-jobs, waarbij je geen garantie hebt op een vast aantal uren werk, en dus ook geen garantie op een vast loon.
Martien Schotsmans, directeur van het FIRM: “De deeleconomie en flexi-jobs, maar ook andere statuten zoals interim contracten, kunnen een opstap zijn naar de reguliere arbeidsmarkt. Ze kunnen echter ook reguliere jobs vervangen, waardoor mensen onder slechtere omstandigheden moeten werken en het risico op werkende armen groter wordt.”
Aanbeveling : Zorg ervoor dat platformarbeid, ook wanneer het wordt uitgevoerd onder het deeleconomiestelsel, telt voor de opbouw van socialezekerheidsrechten.
Nood aan sterkere arbeidsinspectie
Arbeidsrechten op papier volstaan niet, ze moeten ook in de praktijk gerespecteerd worden. Dat moet volgens het FIRM, het Steunpunt armoedebestrijding, Myria en de CTRG beter gecontroleerd worden. Volgens de standaarden van de internationale arbeidsorganisatie is de Belgische arbeidsinspectie echter onderbemand: er ontbreekt 1/3 van het vereist aantal inspecteurs.
Martien Schotsmans: “Dat maakt het enorm moeilijk om hun arbeidssituatie te controleren. Controles volgen vaak op klachten van slachtoffers, maar gebeuren te weinig op eigen initiatief van de inspectie. Dit is vooral een probleem voor werknemers in kwetsbare situaties, die vaak bang zijn om zelf hun rechten op te eisen uit angst hun job te verliezen.”
Aanbeveling : Versterk de arbeidsinspectiediensten, in het bijzonder Toezicht op de Sociale Wetten, en behaal de norm van één inspecteur per 10.000 werknemers die is vooropgesteld door de Internationale Arbeidsorganisatie.
Respect voor het Europees sociaal handvest
Via dit rapport schetsen de vier organisaties een beeld van de Belgische arbeidsbescherming voor het Europees Comité voor Sociale Rechten, dat toeziet op de naleving van het Europees Sociaal Handvest. Dit mensenrechtenverdrag werd in 1990 door België geratificeerd en garandeert onder meer het recht op werk, huisvesting en gezondheid.
Het Europees Comité voor Sociale Rechten zal de Belgische situatie verder onderzoeken en brengt in de lente aanbevelingen uit. Als het Comité tot de vaststelling komt dat België bepaalde rechten niet voldoende beschermt, zal het FIRM opvolgen of de nodige maatregelen genomen worden om de situatie te verbeteren.
Bron: Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de Rechten van de Mens