Het klinkt een beetje als een dreigement, en toch… Het geduld van bedrijfsleiders wordt zwaar op de proef gesteld. Door wie? Door opeenvolgende regeringen die elkaar tegenspreken met een ononderbroken stroom van vage regelgeving. Door de onzekerheid die wordt veroorzaakt door wereldwijde gebeurtenissen die de veerkracht van onze organisaties bijna continu op de proef stellen. En door werknemers die te kwader trouw en/of onwillig zijn en ervoor zorgen dat de dromen van leidinggevenden die nog steeds willen geloven in het menselijk genie en de kracht van het collectief, worden verwoest… Kortom, het zijn moeilijke tijden voor die verdomde kapitalisten waar iedereen jaloers op is en waarvan niemand hun plaats wil innemen.
Laten we in een vlaag van vrijgevigheid eens kijken hoe we hen een beetje hoop en veel enthousiasme kunnen teruggeven…
Twee felle concurrenten: luiheid en ongeduld
Alle recruiters maken dagelijks kennis met de grillen van kandidaten/talenten die overwegen om bij een nieuwe werkgever aan de slag te gaan. Deze stemmingen veranderen met de tijd en bedrijfsleiders en hun HR-medewerkers moeten zich daar gewoon aan aanpassen. Wat zijn momenteel de grootste moeilijkheden om inzicht te krijgen in de drijvende krachten die we nodig hebben? Ze zijn soms verzonken in een vreselijke lethargie, dan weer overtuigd dat ze vroeg of laat de hele wereld zullen overheersen. Luiheid en ongeduld. Dat zijn de twee plagen waarmee we moeten leren omgaan om de subtiele en delicate kunst van People Management op een serene manier te kunnen uitoefenen.
Welke strategie moeten we ontwikkelen om hiermee om te gaan? Er zijn natuurlijk verschillende opties. Dwangmaatregelen leveren zelden resultaat op (het zijn de volgende werkgevers die hiervan profiteren). Leren door vallen en opstaan heeft al veel slachtoffers gemaakt. Voorlopig geven we de voorkeur aan pedagogie en begeleiding, een zachte methode die tijd en geduld vereist.
Een vermoeden dat steeds moeilijker te verdragen is
Dit staat niet in het handboek voor nieuwe ondernemers… Toch lijkt dit ons het moeilijkst te accepteren wanneer je een organisatie leidt. Het gaat om wantrouwen en achterdocht. Er is voortdurend kritiek.
‘Aangevallen’ worden door collega’s en concurrenten, oké. Dat hoort erbij. Maar belasterd worden door degenen die aan de zijlijn blijven staan, ‘niets’ doen en zich tevredenstellen met een rol als toeschouwer, nee, dat kan ik niet accepteren.
In onze bedrijven blijkt het managen van mannen en vrouwen al geruime tijd vaak lastig te zijn, niet alleen omdat het nooit een exacte wetenschap is, maar ook omdat er een antikapitalistische vooronderstelling bestaat die elke leidinggevende tot een potentiële folteraar maakt. De verspreiding van recente studies waarin wordt beweerd dat één op de twee bazen een psychopaat is, helpt natuurlijk ook niet.
We moeten dit paradigma omkeren, want eigenlijk had Elvis gelijk: “We can’t go on together, with suspicious minds…”
Onmogelijke overdracht?
En dan is er nog de liefde voor risico. Dat is een idee (en een tv-serie) uit de vorige eeuw. Maar serieuzer gezegd, het is vooral een verlangen naar vrijheid en een waanzinnige pretentie, gebaseerd op een utopie, om tot de uitverkorenen te behoren die de wereld kunnen veranderen. Dat is wat het ondernemerschap drijft. En dat maakt het ook zo moeilijk om door te geven…
De inspanningen die moeten worden geleverd op het gebied van (people)management en de daarmee gepaard gaande zwaarte hebben velen ontmoedigd. De offers zijn zo groot dat we vandaag de dag een massale afkeer van managementfuncties zien. Het is dan ook niet eenvoudig om onder deze omstandigheden een opvolging te plannen en echte continuïteit te garanderen.
Welke oplossing hebben we in petto om hiermee om te gaan? Het is (niet verrassend) een collectieve oplossing en omvat formules zoals werknemersaandeelhouderschap, het delen van macht en bestuur en het opzetten van ondernemersincubators. Om te overleven en hoopvol te blijven, worden ondernemers en managers aangemoedigd om degenen die hun plaats zullen innemen een duwtje in de rug te geven. Misschien contra-intuïtief, maar wel heel verantwoord.
Jean-Paul Erhard