Slechts 11% van de Belgen haalt zijn volledige potentieel op het werk. Dit zijn vaker kaderleden en leidinggevenden. Met een op vijf werknemers gaat het volgens de bevraging niet goed: zij voelen zich niet gezond genoeg – fysiek, mentaal of emotioneel – om hun volledige potentieel te behalen en voelen zich niet verantwoordelijk voor hun werk. Vaak zit stress hen in de weg om hun volledige potentieel te halen op de werkvloer. Dat blijkt uit het eerste benchmarkrapport van Elke Van Hoof.
De eerste editie van de StressMonitor peilt naar het potentieel om ‘De Beste versie van Zichzelf’ te zijn op de werkvloer. Daarvoor maakt uitvoerder Elke Van Hoof gebruik van de activatiecoefficiënt, die vitaliteit en ownership meet. “Deze eerste Belgische StressMonitor toont aan dat er nog veel ruimte is voor verbetering in de werkomgeving in ons land. Welzijn op het werk staat duidelijk nog in de kinderschoenen. Eén op vijf voelt zich niet goed op de werkvloer: zowel op vlak van hun stresslevels als op vlak van hun motivatie om hun werk te doen, laat staan om het goed te doen. Nu we sinds 2023 een verscherpte welzijnswetgeving hebben met een combinatie van preventie, werkhervatting en meer flexibiliteit via de arbeidsdeal is het tijd om de impact hiervan nauw te gaan opvolgen.”
Kaderleden en leidinggevenden halen vaker hun potentieel
Slechts 11% van de werknemers haalt zijn volledige potentieel op het werk. Zij hebben met andere woorden alles ter beschikking om de beste versie van zichzelf neer te zetten op de werkvloer. Dat blijkt uit het eerste benchmarkrapport van Elke Van Hoof dat peilt naar Het activeringsquotiënt van Belgische werknemers. Het activeringsquotiënt bekijkt de relaties tussen veerkracht, mentale kracht, de werkcontext, motivatie en gedragsverandering. De werkenden bij wie het goed gaat zijn vaker kaderleden, leidinggevenden, personen met 2 tot 10 jaar ervaring en werknemers die tussen de 2 en 10 jaar voor hun bedrijf werken. Ook blijkt dat werknemers die in Brussel wonen vaker hun volledige potentieel halen.
Eén op vijf heeft lage activatiecoefficiënt
Helaas blijkt uit de bevraging ook dat één op de vijf Belgen een lage vitaliteit en een lage ownership heeft. Dit betekent dat zij minder goed kunnen presteren op hun werk en ook een verhoogd risico hebben op gezondheidsproblemen en absenteïsme. De profielen die vaak laag scoren op vitaliteit en activering zijn Franstaligen, jongeren, laagopgeleiden, minder ervaren werknemers, werknemers die in de publieke sector werken en mensen die in Brussel of Wallonië wonen. Deze groepen hebben vaak ook een verhoogde herstelnood en een verhoogd risico op ziekmakende stress. Uit de bevraging blijkt ook dat deze groepen zich minder gewaardeerd voelen door hun collega’s. Dit kan bijdragen aan een negatieve werkomgeving en kan het prestatievermogen van werknemers verder verminderen.
Bij 41% is fysieke, mentale en/of emotionele gezondheid ondermaats
Voor de activatiequotiënt worden twee parameters tegenover mekaar afgezet: vitaliteit – de fysieke, mentale en emotionele gezondheid van werknemers – en ownership – de mate waarin een werknemer zich verantwoordelijk voelt voor zijn of haar werk en taken. Uit de bevraging blijkt dat het bij 4 op 10 Belgische werknemers niet goed gesteld is met hun fysieke, mentale en/of emotionele gezondheid, kortweg vitaliteit. Hoewel drie vierde van de Belgische werknemers veerkrachtig zijn, voelt 4 op 10 zich emotioneel uitgeput. Zij hebben een verhoogd risico op ziekmakende stress. Een op tien loopt zelfs risico op toxische stress, een belangrijk symptoom voor een vroege fase van burn-out. Daarbij is een verschil merkbaar tussen mensen die deeltijd werken en hun voltijdse collega’s. Deeltijdse medewerkers hebben namelijk een hoger risico op toxische stress.
Wat betreft de ownership die werknemers willen nemen over hun eigen werk en taken, blijkt dat slechts een op drie hiervoor de handvaten ter beschikking heeft. Een hoge score op ownership geeft aan dat ze zich psychologisch veilig voelen, gedeelde verantwoordelijkheid willen opnemen en hun werk voldoende voorspelbaar vinden om op autonome wijze werk in te plannen. Dit heeft vaak te maken met bedrijfscultuur. Opvallend is wel dat slechts 16% van de deelnemers aangaf “We moeten deze problemen serieus nemen en actie ondernemen om de werkomgeving te verbeteren voor Belgische werknemers,” aldus prof. dr. Elke Van Hoof. “We moeten de bedrijfscultuur verbeteren en zorgen voor een omgeving waarin werknemers zich veilig en gemotiveerd voelen om hun beste werk te leveren.”