Jaarlijks stelt de FOD Sociale Zekerheid een monitoringrapport op over de evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België op basis van Europese sociale indicatoren. Het vertrekpunt van deze analyse is de Europa 2030-doelstelling om het aantal personen dat een risico loopt op armoede of sociale uitsluiting tussen 2019 en 2030 te verminderen met 279.000 personen.
De belangrijkste conclusie van het rapport is dat er tussen 2019 en 2021 een duidelijke vooruitgang is geboekt op dit vlak, dankzij een daadkrachtig overheidsingrijpen als antwoord op de gezondheidscrisis, maar dat de grote structurele uitdagingen dezelfde blijven als voor de crisis.
2020 en 2021 waren bijzondere jaren, met een ongeziene terugval in de economische activiteit als gevolg van de COVID-19 pandemie. Niettemin daalde het aantal personen dat risico loopt op armoede of sociale uitsluiting tussen 2019 en 2021 met 119 000 personen.
Deze evolutie is verrassend, gegeven de stabiliteit van het armoedecijfer in het voorgaande decennium. Dit is mee het gevolg van de tijdelijke versterking van de sociale bescherming. Daartoe werden tijdelijke crisismaatregelen genomen zoals de vereenvoudigde toegang tot de tijdelijke werkloosheid en het overbruggingsrecht. De verhoging van de minimumuitkeringen zorgde voor een meer structurele verbetering van de doelmatigheid van de sociale bescherming.
Minister Frank Vandenbroucke bevestigt: “Dit rapport wijst op het belang van sterke welvaartstaten om in tijden van crisis snel te reageren om zo de economie en de gezinsinkomens te stabiliseren. De maatregelen die genomen zijn tijdens de pandemie bouwden stuk voor stuk verder op bestaande instituties en regelingen: de tijdelijke werkloosheid, het overbruggingsrecht, kwalitatief hoogstaande maar betaalbare en toegankelijke gezondheidszorgen. Het is door op deze regelingen verder te bouwen dat een toename van de armoede en sociale exclusie tijdens de COVID-19-crisis kon voorkomen worden. Samen met mijn collega’s in deze regering zet ik me in om opnieuw het bestaande arsenaal aan maatregelen fijn te stellen en af te stemmen om zo ook de gevolgen van de huidige crisis voor de gezinnen te verlichten.”
Maar de algemeen positieve trend betekent niet dat alle bevolkingsgroepen hun inkomens-en levensomstandigheden hebben zien verbeteren tijdens de pandemie. Onder meer de toegang tot de arbeidsmarkt blijft voor bepaalde groepen problematisch, met name voor personen met een laag opleidingsniveau, een migratieachtergrond, of een handicap.
Het armoederisico blijft bijzonder hoog voor personen met een laag opleidingsniveau, gezinnen met een lage werkintensiteit, migranten, alleenstaande ouders en huurders.
Met het oog op de hierboven vermelde 2030-doelstelling is het van cruciaal belang dat de werkgelegenheidssituatie van zwakkere groepen wordt aangepakt én dat de sociale uitkeringen en sociale voorzieningen zoals huisvesting verder worden versterkt.
Het volledige Engelstalige rapport is net als de samenvatting in het Nederlands online beschikbaar: Analyse van de evolutie van de sociale situatie en sociale bescherming in België | Federale Overheidsdienst – Sociale Zekerheid (belgium.be)