De coronacrisis heeft op werkenden, vooral in een aantal sectoren, een serieuze impact. Dat blijkt uit de transities op de arbeidsmarkt van Statbel, het Belgische statistiekbureau. Als we het arbeidsmarktstatuut van het eerste kwartaal van 2020 vergelijken met het arbeidsmarktstatuut van het eerste kwartaal van 2021, dan is 9 op 10 van de werkenden (90,8%) nog steeds aan het werk. Een hoog percentage, al ligt het lager dan de vorige kwartalen. Vooral de mensen die in de horeca werkten zijn nog niet terug aan het werk in het eerste kwartaal van 2021.
Bij de werklozen zien we dan weer dat de mensen langer werkloos blijven: 44,9% van de werklozen in het eerste kwartaal van 2020 is in het eerste kwartaal van 2021 ook werkloos. De regionale verschillen zijn hier opvallend: in het Vlaams gewest is na een jaar 38,4% van de werklozen nog werkloos. In het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat 48,6 en 48,7% .
Werkend
Een jaar na het beginnen van de coronacrisis kunnen we al iets duidelijker de impact op de transities in arbeidsmarkstatuut onderscheiden. Zo zien we dat van de werkenden een jaar geleden, nu slechts 90,8% nog aan het werk is. Vooral de jongeren en laaggeschoolden zijn het slachtoffer: slechts resp. 80,2% en 77,4% heeft een jaar later nog steeds werk. Voor een deel heeft dat te maken met de nieuwe definities, maar we zagen ook voor 2021 een stijging in het aantal mensen dat niet bleef werken. Werkenden worden zowel inactief als werkloos.
We kunnen ook kijken of mensen die in het eerste kwartaal van 2020 in een bepaalde sector werkten, een jaar later terug aan de slag zijn (al dan niet in dezelfde sector). Daar zien we vooral een effect bij werkenden in de horeca: van diegenen die in het eerste kwartaal van 2020 in de horeca aan het werk waren, is slechts twee derden een jaar later aan het werk. Bij ‘overige diensten’ (verenigingen, reparatie van computers en andere artikelen, etc.) is er een daling van 20,0 procentpunt in het percentage personen dat een jaar later nog aan het werk is. De doorgaans stabiele sector als die van de kunst, amusement en recreatie heeft ook bijna tien procentpunt van zijn werkenden verloren. Verrassend genoeg heeft ook de sector van de ‘Exploitatie van en handel in onroerend goed’ minder mensen aan het werk kunnen houden. Enkel het jobbehoud in de sectoren van ‘Landbouw, bosbouw en visserij’ en ‘Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening’ lag iets hoger.
Werkloos
Ook voor werklozen lijkt de coronacrisis een impact te hebben: 44,9% van de werkzoekenden is een jaar later (terug) werkloos. 26% heeft een job gevonden en 29,1% is gestopt met zoeken of niet meer beschikbaar. Hier zien we geen grote verschillen, behalve tussen de gewesten: in Vlaanderen blijft 38,4% werkloos en 38,6% is een jaar later aan het werk. In het Waals gewest blijft 48,6% werkloos en slechts 18,6% gaat aan het werk, in Brussel zijn de percentages gelijkaardig met 48,7% en 19,1%.
Inactief
Bij de inactieven is er geen veranderende trend: van de inactieven blijft het grootste deel een jaar later inactief (88,8%), 7,7% vindt werk en 3,5% gaat op zoek naar werk. Hoogopgeleide inactieven blijven het minst inactief: 76,0% van hen is een jaar later nog inactief. Bij de middengeschoolden is dit 89,9% en bij laaggeschoolden 94,3%.