NL | FR | LU
Peoplesphere

Mobiliteitsbudget: interesse en tevredenheid zijn hoog, toch is marge voor groei beperkt.

Bijna één op de vijf Belgische werknemers in de privésector heeft z’n bedrijfswagen met verbrandingsmotor ingeruild voor een mobiliteitsbudget. Dat blijkt uit een recente bevraging van HR- en Wellbeingexpert Attentia bij 1.000 werknemers. Van de werknemers die (nog) geen gebruik maken van het mobiliteitsbudget, geven twee op de drie aan dat ze het wel interessant zouden vinden.

De interesse is het grootst bij de jongste groep werknemers. Bovendien zijn zij die de switch wel hebben gemaakt, daar over het algemeen tevreden over. Toch lijkt de marge voor groei eerder beperkt.

Brusselse ondernemingen bieden mobiliteitsbudget vaakst aan

Sinds maart 2019 kan een werkgever beslissen om het federaal of wettelijk mobiliteitsbudget aan te bieden aan werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen. In de plaats van een wagen krijgen die werknemers dan een budget waarmee ze vrij kunnen kiezen tussen een milieuvriendelijkere bedrijfswagen en/of duurzame vervoersmiddelen, maar ook de terugbetaling van huisvestingskosten. Het eventueel resterende budget wordt cash uitbetaald.

Ruim vijf jaar na de invoering, blijkt dat bijna één op de drie werknemers (31%) in de privésector, in een onderneming werkt die het mobiliteitsbudget aanbiedt. Dat is vaker het geval bij werknemers die in Brussel werken (36%), dan in het Waals (31%) of Vlaams Gewest (29%).

Mobiliteitsbudget populairst bij jongeren

Bijna één op de vijf werknemers (17%) maakt ook effectief gebruik van het mobiliteitsbudget. Bovendien blijkt het mobiliteitsbudget vooral bij de jongste groep werknemers aan te slaan: 18-34-jarigen kiezen maar liefst drie keer zo vaak (28%) voor het mobiliteitsbudget als oudere generaties (gemiddeld 11%). Inwoners van stedelijk gebied maken bijna dubbel zo vaak (21%) gebruik van het mobiliteitsbudget als inwoners van landelijk gebied (12%).

Eefje Dulsster, Manager Flexible Reward bij Attentia: “Met de invoering van het mobiliteitsbudget wilde de overheid de transitie naar duurzame mobiliteit binnen de Belgische arbeidsmarkt versnellen. Ons onderzoek toont aan dat de maatregel óók tegemoetkomt aan de vraag van meer en meer medewerkers om zélf te kiezen hoe ze verloond worden. Het mobiliteitsbudget spreekt dan ook nog eens specifiek twintigers en jonge dertigers aan, die veelal in de stad wonen. Een wagen is voor hen niet praktisch. Of zelfs onnodig, omdat ze makkelijk toegang hebben tot openbaar vervoer of netwerken van deelauto’s en -fietsen. Er wordt ook vaak thuisgewerkt en er zijn veelal nog geen kinderen die van en naar school en allerlei activiteiten gebracht moeten worden. Het feit dat de jongere generaties zich meer bewust zijn van de impact van hun gedrag op de klimaatverandering, speelt zeker ook mee.”

Populairste keuzes: openbaar vervoer, fietsvergoeding en uitbetaling in cash

Over alle gebruikers heen, zijn abonnementen of tickets voor het openbaar vervoer, een fietsvergoeding en een uitbetaling in cash de meest gekozen voordelen. In Vlaanderen wordt vaker voor een fietsvergoeding gekozen dan in Brussel en Wallonië. Omgekeerd is het openbaar vervoer een populairdere optie in Brussel en Wallonië dan in Vlaanderen. In Wallonië wordt er wel vaker gekozen om de woonlening of huishuur te financieren met het mobiliteitsbudget. De uitbetaling in cash is veel minder populair in Brussel dan in de andere regio’s.

Hoe ouder men wordt, hoe vaker men kiest voor het openbaar vervoer. 55-plussers spenderen hun mobiliteitsbudget ook vaker dan jongere werknemers aan de aankoop, huur of leasing van een (elektrische) fiets. Ook een fietsvergoeding doet het goed bij die oudste groep, maar ook bij 35-44-jarigen. 18-34-jarigen kiezen vaker dan andere generaties voor een kleinere, duurzamere wagen. Ook deelfietsen of deelauto’s slaan veel beter aan in die leeftijdsgroep.

Eefje Dulsster: “Eigenlijk zien we dat geen enkel voordeel echt spectaculair ver boven de andere uitstijgt. De conclusie is dat elk individu met het mobiliteitsbudget die keuzes maakt, die op dat moment voor zijn of haar persoonlijke situatie, de meest handige zijn. En zeker binnen pijler 2, waartoe onder meer het openbaar vervoer of deelsystemen behoren, kan er ook nog eens makkelijk van de ene naar de andere oplossing geswitcht worden.”

Grote tevredenheid en hoge interesse

Van de werknemers die momenteel gebruik maken van het mobiliteitsbudget, geeft maar liefst 92% aan daar tevreden tot zeer tevreden over te zijn. Met een nog iets hogere tevredenheid onder werknemers in Brusselse ondernemingen (98%). Hoewel oudere werknemers minder kiezen voor het mobiliteitsbudget, zijn zij die er wel voor kiezen er duidelijk tevreden over. Alle respondenten met een mobiliteitsbudget van 55 jaar of ouder, geven aan tevreden tot zeer tevreden te zijn.

Bovendien geven twee op de drie werknemers (64%) die momenteel geen gebruik maken van het mobiliteitsbudget aan dat ze dit eerder tot zeer interessant zouden vinden voor hen persoonlijk. Hoe jonger men is, hoe meer interesse men heeft in het mobiliteitsbudget.

Werknemers zonder (recht op) een bedrijfswagen en werknemers die wel recht hebben op een bedrijfswagen, maar dat recht niet uitoefenen, hebben meer interesse in het mobiliteitsbudget (respectievelijk 64,44% en 78,40%) dan werknemers met een bedrijfswagen (46%).

Marge tot groei is wettelijk beperkt

De grote interesse en hoge tevredenheid wijzen erop dat er in theorie nog ruimte is voor uitbreiding van het mobiliteitsbudget. In werkelijkheid is die marge tot groei echter eerder beperkt, zegt Eefje Dulsster: “Wettelijk is immers bepaald dat enkel medewerkers die al een bedrijfswagen hebben, of zij die er vanwege hun functie recht op hebben, in aanmerking komen voor het mobiliteitsbudget. Een groot deel van de Belgische werknemers, wordt dus al uitgesloten. Ook al is de interesse vanuit die doelgroep duidelijk groot. Anderzijds is er de groep van medewerkers die wel mág switchen naar het mobiliteitsbudget, maar daar geen interesse in heeft. Dat blijken vooral de medewerkers met bedrijfswagen te zijn; 87% van hen geeft aan dat ze die wagen willen behouden.”

 

Bron: de cijfers van dit onderzoek komen uit een online bevraging die Attentia liet uitvoeren door marktonderzoeksbureau Profacts. De bevraging liep in juli 2024. De steekproef telt 1.002 werknemers werkzaam als bediende of arbeider in de privésector in België, in ondernemingen van 5 werknemers of meer. De steekproef is representatief op het vlak van gender, leeftijd, regio, statuut en sector.

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.