Nederlands leren op de werkvloer biedt kansen aan anderstaligen om de taal te oefenen in een werkcontext. Alleen blijft het potentieel ervan vandaag onderbenut. Volgens cijfers van VDAB (2024) liepen er in 2024 992 taalcoachingtrajecten en 353 IBO-T’s in ondernemingen in Vlaanderen. Dat kan stijgen, zeggen de Vlaamse sociale partners en LEVL in een nieuw advies aan minister Crevits waarin ze een aantal voorstellen doen om sterker in te zetten op Nederlands op de werkvloer.
Ze adviseren de minister o.a. om meer in te zetten op het bekendmaken bij ondernemingen van taalinitiatieven om Nederlands te leren op de werkvloer. Tegelijkertijd is het cruciaal dat de minister deze instrumenten niet gaat verzwaren. Ze zijn bedoeld om taal te leren die met de job te maken heeft met het oog op een goed draaiende, veilige en inclusieve werkvloer. Het kan niet de bedoeling zijn om deze trajecten te zien als een middel om het algemeen taalniveau van anderstaligen te doen stijgen. Dat is de taak van de veel intensievere taalniveaucursussen (NT2).
“Stijn Gryp, voorzitter Commissie Diversiteit bij de SERV: ”De vakbonden, werkgeversorganisaties en kansengroepen stellen het sterk op prijs dat minister Crevits vooraf advies vraagt om haar beleid over Nederlands op de werkvloer verder uit te werken. Voor dit advies organiseerde de Commissie Diversiteit bij de SERV een brede consultatie van verschillende belanghebbenden en spelers op het veld. We hopen dat de minister met deze voorstellen aan de slag gaat om de leermogelijkheden voor Nederlands op de werkvloer verder te versterken en te blijven gebruiken waarvoor het bedoeld is.”
Bestaande instrumenten beter benutten en bekendmaken
Vandaag zijn er al goede instrumenten voor Nederlands op de werkvloer zoals taal- en jobcoaching en IBO-T (individuele beroepsopleiding met taalcoaching). Alleen worden ze onvoldoende benut. Een eerste advies van de Commissie Diversiteit aan de minister is dus om deze instrumenten beter bekend te maken bij werkgevers. Zo kan een digitaal platform het versnipperde aanbod bundelen en transparant maken en een brede sensibiliseringscampagne werkgevers de mogelijkheden beter leren kennen. Positieve ervaringen delen van ondernemingen die eerder al een taaltraject op de werkvloer hadden of bv. sectorale taalapps of beeldwoordenboeken verspreiden, helpen om hierover realistische verwachtingen te hebben. Sectorfondsen en VDAB kunnen mee instaan om deze praktijkvoorbeelden te delen.
Verder is er nood aan meer samenwerking tussen stakeholders om van daaruit een brug naar de werkgevers te slaan. De commissie adviseert om vanuit een duidelijk kader overheden, VDAB, Agentschap Integratie en Inburgering, onderwijs, werkgeversorganisaties, vakbonden, sectororganisaties, aanbieders van taalondersteuning … te laten samenwerken en een regisseur aan te duiden.
Integratie door werk
Specifiek voor inburgeraars ligt het taalniveau dat ze op de werkvloer nodig hebben niet altijd in lijn met het beoogde taalniveau van het inburgeringstraject. Dat neemt zowel lezen, luisteren, schrijven én spreken mee. Voor sommige jobs volstaat echter een lager taalniveau of is het vooral van belang Nederlands te spreken (en niet te schrijven). De Commissie Diversiteit vindt het daarom cruciaal dat anderstalige nieuwkomers snel kunnen starten met een opleiding basiskennis Nederlands (NT2) zonder dat dit hun kansen op werk afremt of belemmert. Beroepsopleiding zoveel als mogelijk combineren met taalopleiding en -ondersteuning kan daar ook bij helpen.
Leermogelijkheden Nederlands koppelen aan ruimere taalaanpak
Het is belangrijk om Nederlands op de werkvloer zoveel mogelijk te integreren in een ruimere aanpak rond taal die zich ook richt op de werkcontext en de collega’s op de werkvloer. Investeren in taal is bv. goed voor de veiligheid op de werkvloer, voor de samenwerking en het oplossen van problemen, voor werkbaar werk … Op een krappe arbeidsmarkt biedt aandacht voor taal op de werkvloer ook een extra argument in de zoektocht naar bv. technische profielen. Zo zullen ondernemingen meer vruchten plukken van hun inspanningen en lonen ze ook voor toekomstige anderstalige werknemers.
Vlaamse overheid heeft voorbeeldrol
Als één van de grote en belangrijke werkvloeren van Vlaanderen heeft de Vlaamse overheid een belangrijke voorbeeldrol te spelen volgens de Commissie Diversiteit. Daarom staat de commissie voluit achter het voornemen van de minister om af te stappen van de federale taaltesten bij aanwervingen bij de Vlaamse overheid. De commissie stelt voor om ook andere bewijzen van taalkennis te erkennen, zoals certificaten uit het inburgeringstraject of NT2-diploma’s van CVO’s en Ligo’s. Daarnaast pleit de commissie ervoor om de selectieprocedure te beschouwen als bewijs van taalkennis, eventueel aangevuld met een taalassessment door een taalcoach. Op die manier kunnen anderstaligen die voldoende Nederlands beheersen om hun job goed uit te voeren, makkelijker instromen.
Bron: SERV – video bekijken : Leermogelijkheden Nederlands op de werkvloer » de SERV op Vimeo