Eind maart stelde Acerta al vast dat in de laatste volledige week van maart 1 op de 5 arbeidsdagen in België geboekt werd op tijdelijke werkloosheid door overmacht. Meer dan de helft van de tijdelijk werklozen werkte in de laatste volledige week van maart geen enkele dag (100% tijdelijke werkloosheid). Bij 1 op de 10 tijdelijk werklozen past werkgever loon bij. Voor meer dan acht op de tien arbeiders ligt de aanvulling tussen de 5 en 20 euro per dag. Bij bedienden is dit voor zes op de tien het geval.
De erkenning van de coronacrisis als overmacht, ingegaan op 23 maart, heeft de procedure en voorwaarden om tijdelijke werkloosheid in te voeren vereenvoudigd. De uitkering is hoger dan ingeval van tijdelijke werkloosheid om economische redenen. ACERTA stelt op basis van zijn loonberekeningen voor maart vast dat 10% van de werknemers in tijdelijke werkloosheid overmacht van zijn/haar werkgever een extra aanvulling krijgt.
Hoeveel past de werkgever gemiddeld bij? De meeste tijdelijk werkloze arbeiders van wie de werkgever een aanvulling bekostigt, krijgen een aanvulling tussen 5 en de 20 euro per werkloosheidsdag. Zo’n 40% van de bedienden met een aanvulling krijgt tussen 5 à 10 euro, bij kaderfuncties varieert de hoogte van aanvulling meer, nl. tussen 1 en 100 euro/dag werkloos.
Zoals niet elke werknemer even snel op tijdelijke werkloosheid zal dienen te worden gezet, doet ook de aanvulling overmacht zich ongelijk voor. Kort door de bocht, wiens job minder onderhevig is aan tijdelijke werkloosheid zal eerder een aanvulling krijgen om het loonverlies te compenseren. Bijvoorbeeld, door deze coronacrisis vallen bedienden minder snel/vaak dan arbeiders tijdelijk werkloos, maar van zij die het wel overkomt, zijn er procentueel meer die een aanvulling krijgen: 11,9% bedienden (bij de kaders 17,5%), vs. 5,5% arbeiders.
In grootste ondernemingen: 45% tijdelijke werklozen krijgt aanvulling
Hoe uitzonderlijker de tijdelijke werkloosheid, hoe vaker een aanvulling, dat is ook wat we zien gebeuren in grote bedrijven. Bij grote bedrijven zit er meer vertraging op de terugval van werk ten gevolge van externe crisissen zoals deze coronacrisis. Grote ondernemingen hebben meestal wat meer reserves en meer mogelijkheden om niet meteen op tijdelijke werkloosheid een beroep te moeten doen als de externe omstandigheden tegenzitten. Tijdelijke werkloosheid inroepen kent er ook een complexere procedure waarbij ook aandacht moet besteed worden aan de sociale relaties via een overleg met de ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging. Komt het tot tijdelijke werkloosheid, dan voorzien die bedrijven eerder dan de kleine werkgevers een aanvulling.
Het persbericht van de Nationale Bank van vrijdag 3 april bevestigt dat kleine en middelgrote ondernemingen harder getroffen worden door de huidige crisis. 50% van de ondernemingen ervaart volgens hetzelfde persbericht liquiditeitsproblemen. Logisch dan ook dat maar 1 op 10 bedrijven in deze fase ervoor kiest om een aanvulling bij de werkloosheidsuitkering toe te kennen en dat vooral de kleine ondernemingen hiertoe niet beslissen.
Hogere lonen verliezen meer, werkgevers vullen bij 1 op de 6 aan
Hetzelfde zien we als we naar de lonen kijken: mensen met een hoger loon die op tijdelijke werkloosheid terugvallen zullen eerder een aanvulling krijgen. Er zijn procentueel minder kaderleden tijdelijk werkloos door de crisis, maar van wie dat wel is, krijgt 17,5% van zijn werkgever een aanvulling op de tijdelijke werkloosheid.
Kathelijne Verboomen, Directeur Kenniscentrum: “De berekening van de tussenkomst voor tijdelijke werkloosheid is geplafonneerd op een loon van €2.754,76. Wie meer verdient, verliest dus meer van zijn vroeger besteedbaar inkomen. En daar zien we dus dat werkgevers, als ze die werknemers niet aan het werk kunnen houden, een aanvulling bekostigen.”
Aanvullingen van individuele werkgevers, CAO’s en de sector. Om fit te blijven.
Van de werkgevers die vandaag een aanvulling bij tijdelijke overmacht voorzien, kan het zijn dat ze daartoe pas recent hebben beslist. Het is ook mogelijk dat ze daarrond al vroeger afspraken hadden gemaakt. Of dat het Paritair Comité naar aanleiding van corona of reeds in het verleden een CAO had gesloten die ook in deze situatie voorziet in de verplichting een aanvulling te betalen bij tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Zo een afspraak bestond reeds een aantal jaren binnen het Paritair Comité van de garages, waar het Sociaal Fonds instaat voor de betaling van de aanvulling. In het Paritair Comité voor bedienden in de metaalnijverheid werd er dan weer n.a.v. deze coronacrisis een CAO gesloten die voorziet dat de werkgever een aanvulling moet betalen bij de werkloosheidsuitkering wegens tijdelijke overmacht. Het Sociaal Fonds van de sector zal de helft van deze vergoeding terugbetalen.
Kathelijne Verboomen: “Het is belangrijk dat werkgevers hun werknemers tijdig en duidelijk informeren over eventuele aanvullingen, over de modaliteiten en de bedragen. De essentie van alle uitzonderlijke maatregelen in deze uitzonderlijke tijden is ervoor te zorgen dat we na de crisis fit zijn om met z’n allen zo snel mogelijk weer in gang te schieten en dit samen te overwinnen. Daarom de inspanningen om bedrijven en mensen ook financieel gezond te houden. En niet alleen financieel. Wij blijven bij zowel werkgevers als werknemers ook aandringen: blijf inzetten op opleiding, gebruik de flexibiliteit en inzetbaarheid van mensen, bekijk mogelijke rematching. Want wat nu gebeurt is ook een lenigheidstest voor bedrijven en mensen.”
Bron: Acerta – de cijfers komen van de loonberekening voor maart 2020 van de werknemers van meer dan 40.000 werkgevers. Onder ‘kaders’ wordt hier verstaan bedienden met een loon hoger dan 3000 euro.