Co-Prev, de koepel van de Belgische externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, noteerde in 2022 een daling van het aantal formele dossiers m.b.t. psychosociale risico’s op het werk. Een preventieve aanpak loont dus en werknemers kiezen meer voor een probleemoplossende benadering dan voor het starten van een formeel dossier. De bij Co-Prev aangesloten externe preventiediensten, die in 2022 samen waakten over de gezondheid en het welzijn van 3.972.883 werknemers, behandelden dat jaar wel 18.781 dergelijke dossiers en dat is 38% meer dan in 2020.
Die stijging heeft onder andere te maken met de terugkeer naar kantoor na de coronapandemie. Opmerkelijk is ook dat ondanks de vele proactieve inspanningen van de diensten, zoals risicoanalyses en het nemen van preventieve maatregelen, conflicten en grensoverschrijdend gedrag nog steeds aanwezig zijn in de dossiers, en dus ook op de werkvloer.
In 2020 constateerde Co-Prev een aanzienlijke daling van 11,4% in het aantal dossiers over psychosociale risico’s t.o.v. 2019. Co-Prev wees dit toen in een persbericht deels toe aan de impact van de pandemie. Het wegvallen van fysieke ontmoetingen had immers bepaalde conflicttriggers weggenomen, maar tegelijkertijd werden ook verschillende gevallen simpelweg niet gerapporteerd door verhoogde drempels voor afspraken met preventieadviseurs psychosociale aspecten.
Het taboe rond grensoverschrijdend gedrag brokkelt af
Peter Decavele, voorzitter van de werkgroep psychosociale aspecten bij Co-Prev: “Dat we nu opnieuw een toename registreerden, ligt onder andere aan de terugkeer naar de werkomgeving, maar de stijgende trend van de voorgaande jaren zet zich nu weer verder. Daarnaast zien we ook dat grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer steeds bespreekbaarder wordt. Onder andere dankzij de toegenomen media-aandacht is dat taboe stilaan aan het afbrokkelen. Dat heeft werknemers en werkgevers bewuster gemaakt van hun rechten en plichten op dat vlak en dus ongetwijfeld ook de meldingsdrempel verlaagd.”
Blijven werken aan oplossingen
“Enerzijds is het fijn om te zien dat werknemers niet langer hun problemen relativeren of uitstellen, wat wel het geval bleek tijdens corona. Het is positief dat ze de weg blijven vinden naar de externe preventiediensten en vooral dat het bespreekbaar wordt in organisaties. Anderzijds toont de aard van de geregistreerde dossiers dat conflicten en grensoverschrijdend gedrag helaas nog steeds aanwezig zijn op de werkvloer. De cijfers van 2022 tonen aan dat, hoewel we al serieuze stappen hebben ondernomen, de weg naar een harmonieuze bedrijfscultuur nog lang niet bereikt is. We moeten blijven werken aan oplossingen en ondersteuning bieden aan werknemers om een cultuur van respect en samenwerking te bevorderen.”
De meerderheid van de psychosociale dossiers van 2022 heeft betrekking op conflictsituaties (31%). Dit wordt gevolgd door dossiers over grensoverschrijdend gedrag (pesten, ongewenst seksueel gedrag en geweld) (25%) en stress- en burn-out- gerelateerde problematieken (20%). Tot de minder frequente onderwerpen behoren schokkende gebeurtenissen en substantiegebruik (alcohol, roken en drugs). In de overgrote meerderheid van de dossiers is er een andere persoon betrokken, en bijna altijd (82%) gaat het dan om iemand van binnenin de organisatie zelf. Slechts heel uitzonderlijk is de andere persoon iemand van buiten de eigen organisatie.
Belang van klankbord
Wat vooral opvalt aan de cijfers, is dat maar liefst 96% van de psychosociale dossiers informeel wordt behandeld. Bij een informele behandeling wordt een oplossing gezocht door één of meerdere gesprekken, een verzoening of een traject met medewerking van iemand binnen de organisatie. Dit percentage blijft over de jaren heen zelfs lichtjes stijgen (was 94% in 2020). Ongeveer de helft (49%) van de dossiers wordt afgerond na een eerste verkennend gesprek. Globaal genomen wordt 84% – inclusief eerste verkennend gesprek – van de problemen behandeld via gesprekken tussen verzoeker en preventieadviseur. Formele dossiers gaan meestal over ernstigere feiten, zijn administratief zwaarder en naar aanpak toe gebonden aan strikte regels.
“Deze gegevens benadrukken de waarde van het uiten van problemen en het belang van een luisterend oor”, zegt Peter Decavele. “Vaak hebben werknemers slechts enkele gesprekken nodig om zelf conclusies te trekken of verdere stappen te ondernemen. Tijdige communicatie en adequate ondersteuning voorkomen vaak escalatie tot ernstigere kwesties, zoals pesten of verbale of fysieke agressie.”
Preventiediensten doen meer dan reactief werken
De externe diensten voor preventie en bescherming op het werk streven vanuit hun missie naar een proactieve aanpak op organisatieniveau om het welzijn op de werkplek te waarborgen. Dit omvat risicoanalyses, waarbij ongeveer de helft preventief gericht is op algemene risico’s voor de totale organisatie en de andere helft op aanvraag is, gericht op specifieke arbeidssituaties.
“Preventie is niet alleen een reactie op bestaande risico’s, maar een voortdurende inspanning om een cultuur van veiligheid en welzijn te verankeren. Door samen te werken met organisaties streven we ernaar om niet alleen de gevaren van vandaag te identificeren, maar ook om te anticiperen op, en te voorkomen, wat zich morgen zou kunnen voordoen. En dat doel proberen we te verwezenlijken door organisaties te helpen een efficiënt welzijnsbeleid in te richten.”
Bron: Co-Prev – organisatie van alle Belgische externe diensten voor preventie en bescherming op het werk