Iets meer dan de helft (53 procent) van de Belgische werknemers geeft zijn organisatie minstens een 7 op 10 voor efficiëntie. Significant meer werknemers uit de privé (57 procent) dan ambtenaren (46 procent) geven hun organisatie die efficiëntiescore. In organisaties met een horizontale structuur, waar werknemers over veel autonomie beschikken, stijgt dat aantal naar 81 procent. Kmo’s (<100 werknemers) krijgen van hun werknemers de beste beoordeling: 56 procent van de kmo-medewerkers geeft zijn bedrijf minstens een 7 en 33 procent zelfs een 8 op 10.
Dat blijkt uit een onderzoek van TriFinance, uitgevoerd door iVox bij een groep van 1000 werknemers, representatief voor de Belgische beroepsbevolking op leeftijd, gender, opleiding en regio. De survey onderzocht onder meer hoe efficiënt Belgische werknemers hun organisatie vinden en peilde naar de samenhang tussen organisatiestructuur, efficiëntie van de arbeidsorganisatie en tevredenheid.
De overheid worstelt duidelijk meer met efficiëntieproblemen dan privébedrijven. Significant minder ambtenaren (46 procent) geven hun organisatie een hoge efficiëntiescore dan werknemers uit de privésector (57 procent). Een meerderheid van het overheidspersoneel (57 procent) geeft zelfs aan dat de organisatiestructuur een goede uitvoering van het werk verhindert. Ze vinden hun organisatie gewoon te ingewikkeld, omdat ze te veel verschillende lagen, rollen en processen heeft. 64 procent zegt letterlijk dat hun organisatie te bureaucratisch is. 79 procent van de ambtenaren zegt ook dat zijn organisatie frequent de impact ondervindt van nieuwe regelgeving.
‘Regelgeving, politieke bemoeienissen, syndicalisatiegraad en verwachtingen van burgers op het vlak van dienstverlening hebben een grote impact op het efficiëntieniveau van overheidsorganisaties,’ zegt Jean-Marie Bequevort, expert in audit en bedrijfsorganisatie bij TriFinance. ‘Belangrijk in dit geval is dat het overheidspersoneel zelf zijn organisatie inefficiënt vindt. Dat zijn de mensen die het werk doen. Zij ervaren de inefficiënties aan den lijve. Overheidsinstellingen die hun efficiëntieniveau willen optrekken, doen er goed aan om rekening te houden met de verbetervoorstellen van hun ambtenaren. Uit ervaring weten we namelijk dat bottom-up verandering, waar medewerkers actief betrokken worden bij transformatietrajecten, het meest effectief zijn.’
44 procent van het overheidspersoneel krijgt zijn werk moeilijk gedaan omdat ze te veel tijd moeten besteden aan ‘nutteloze organisationele activiteiten’, zoals rapporteren aan managers en vergaderen. Werknemers uit privébedrijven (33 procent van de werknemers) scoren daar significant lager. De social profit situeert zich ergens tussenin (36,7 procent). Nagenoeg twee derde van de ambtenaren (64 procent) vindt de meeste beslissingen van het management trouwens contraproductief.
Volgens de geënquêteerde ambtenaren wordt ook geld in overheidsdepartementen niet altijd efficiënt besteed. Bijna zes op de tien (59 procent) ambtenaren vindt dat in hun organisatie te veel geld wordt verspild aan zaken die geen meerwaarde creëren.
Hoogste efficiëntiescore voor kmo’s.
Wie zijn organisatie als ‘inefficiënt’ beoordeelt, klaagt in de regel ook over werktijden, stress en slechte communicatie met leidinggevenden. Ook loonpakket en jobinhoud worden maar matig gewaardeerd. Meer dan de helft van deze groep (55 procent) vindt zijn werk een zware opgave. Driekwart (73 procent) kijkt uit naar ander werk.
De hoogste efficiëntiescore is over het algemeen weggelegd voor kmo’s met minder dan 100 werknemers: één op de drie werknemers geeft zijn kmo minstens een 8 op 10. Qua efficiëntie zijn kmo’s in zowat alles het spiegelbeeld van overheidsorganisaties: een grote meerderheid van de kmo-medewerkers zegt geen tijd te verspillen aan overbodige rapportage of meetings. Anders dan bij de overheid of in grotere organisaties maken managementbeslissingen het dagelijkse werk gemakkelijker. Bovendien vinden 6 op de 10 kmo’ers (60 procent) hun organisatie niet bureaucratisch of te complex gestructureerd. 72 procent heeft een sterk gevoel van autonomie in (zijn/haar) job omwille van de flexibele structuur van de organisatie.
Horizontale structuur: meer tevreden medewerkers
Kmo’s komen daarmee dicht in de buurt van wat voor Belgische werknemers de meest efficiënte organisatievorm lijkt te zijn: een horizontale structuur waar de medewerker over veel autonomie beschikt om zijn werk te doen. Over het algemeen scoren die organisaties het hoogst op efficiëntie, waar de organisatiestructuur samenwerking aanmoedigt, duidelijke afspraken, policies en regels bestaan en de stijl van leidinggeven zowel sturend als ondersteunend is.
Opmerkelijke conclusie is ook dat deze horizontaal gestructureerde organisaties niet alleen als efficiënter worden ervaren, maar ook meer tevreden werknemers opleveren. Zo quoteert 55 procent van de Belgen die in een horizontale structuur werken zijn tevredenheid tussen de 8 en de 10. Van wie in een traditioneel hiërarchisch, verticaal gestructureerd bedrijf werkt, is dat slechts 37 procent.
Tevredenheid van medewerkers wordt in de regel vastgemaakt aan factoren als jobinhoud, jobzekerheid, promotiekansen, loonpakket en collega’s. Uit het TriFinance-onderzoek blijkt nu dus ook een duidelijke samenhang tussen medewerkerstevredenheid en organisatiestructuur, de manier waarop een onderneming is georganiseerd om zijn bedrijfsdoelstellingen te realiseren
‘Succesvolle organisaties hebben in de regel een hoger doel,’ zegt Alexander Van Caeneghem, Business Unit Leader CFO Services bij TriFinance. ‘Het organisatiemodel kan helpen om dat doel te bereiken. Er zijn weinig pasklare en universeel toepasbare waarheden, maar als in dat model ruimte is voor autonomie en ondernemerschap van medewerkers, zal het bijna automatisch leiden tot hoger dan normale tevredenheid.’