De gemiddelde werknemer in België is 42,2 jaar. Hr-dienstengroep ACERTA analyseerde bij 40.000 werkgevers de leeftijd van de Belgische werknemers. De bouw en de horeca hebben gemiddeld de jongste werknemers (38,5). De textiel- en de metaalsector, het transport en de logistiek en de schoonmaaksector hebben de oudste werknemers (44). De social profit verdient extra aandacht: meer dan 30% van de werknemers in de social profit is 50 jaar of ouder.
In 2013 noteerde ACERTA nog een gemiddelde leeftijd van 41,2 jaar en dat is over 2014 (41,6 jaar) en 2015 (41,9 jaar) blijven stijgen naar de 42,2 jaar in 2016. Die evolutie zal zich met de huidige inzet op langer werken logischerwijze alleen maar verderzetten.
Als je weet dat 42 jaar nog maar het midden van een volledige loopbaan is, dan weet je ook dat 42 jaar niet het moment is om aan uitbollen te denken. Peter Tuybens, expert Talent Management Acerta Consult: “Werkgevers en werknemers zouden zich daarvan goed bewust moeten zijn. Met nog 20 jaar voor de boeg zijn de uitdagingen nog groot. En de opportuniteiten ook. Onze bedrijven hebben dus ervaring in huis én potentieel en dat is goed nieuws. Het betekent ook dat NU een goed moment is om loopbaanplannen uit te werken en zo de continuïteit van bedrijven ook voor de langere termijn te verzilveren.”
Evenwicht tussen ervaring en potentieel ?
De gemiddelde leeftijd is niet voor alle individuele sectoren en bedrijven gelijk. Dat in de meer fysieke beroepscategorieën, zoals de bouw en de horeca, de gemiddelde leeftijd lager ligt, klinkt logisch. In de textiel- en de metaalsector, het transport en de logistiek en in de schoonmaaksector is de gemiddelde leeftijd dan weer hoger.
“Als een werkgever vaststelt dat 1 op 4 van zijn werknemers ouder is dan 60 – reële voorbeelden die wij in onze cijfers tegenkomen – is het meer dan hoog tijd om het werkgelegenheidsplan en het rekruteringsbeleid grondig aan te pakken. Je wil als bedrijf niet in een situatie verzeilen dat binnen de paar jaar een vierde van je talent vertrekt. Bewust streven naar een voortdurend goed evenwicht tussen ervaring en potentieel, daar plukt een bedrijf jaar na jaar de vruchten van.”
Opgelet: social profit wordt (te) oud
Bekijken we de leeftijdsspreiding in de social profit, dan zien we daar toch een piek die aandacht verdient: 16,54% van de social profit-medewerkers is tussen 50 en 55 jaar en 14,77% is ouder dan 55. “Over enkele jaren zal de natuurlijke uitstroom in de social profit aanzienlijk zijn. Dit zal langs de kant van de instroom moeten worden aangevuld want de zorgvraag zal niet verminderen, integendeel.”
Groter bedrijf, oudere werknemers
Bekijken we enkele categorieën apart, dan merken we schommelingen in de gemiddelden: de vrouwelijke medewerker is gemiddeld iets ouder dan de mannelijke: 42,4 jaar tegenover 41,9 jaar; de arbeider is ouder dan de bediende: 43,1 jaar versus 41,6 jaar en de gemiddelde leeftijd van de social profit-medewerker is 43,9 jaar tegenover 41,1 jaar in de profit. “Wat ook opvalt, is dat de gemiddelde leeftijd toeneemt met de grootte van de onderneming: in de kleinste bedrijven is de gemiddelde werknemer 40,2 jaar, in de grootste 43,6 jaar. Een verklaring kan zijn dat die grote ondernemingen over meer jaren gegroeid zijn en trouwe medewerkers worden dan mee ouder natuurlijk.”
Het gemiddelde van 42 jaar is het resultaat van een vrij evenwichtige vertegenwoordiging van alle leeftijdscategorieën. In het gemiddelde bedrijf is de verdeling tussen de leeftijden als volgt: de min twintigers vertegenwoordigen een klein aandeel, daarna heeft elke groep van 10 jaren ongeveer 13 à 14% aandeel tussen 20 en 55, waarna het aandeel weer zakt naar de pensioenleeftijd. Het gemiddelde van 42,2 jaar komt dus niet voort uit uitersten, de meeste werkgevers hebben ongeveer van alle leeftijden evenveel mensen in de rangen. Peter Tuybens: “Dat een werkgever van alles wat in huis heeft, is de beste basis voor een hr-beleid dat de toekomst zal trotseren. Maar dat de voorwaarden gunstig zijn, betekent niet dat het vanzelf zal gaan. Bedrijven die tevreden zijn met een status quo en niet blijven inzetten op hun mensen, zullen helaas ondervinden: stilstaan is achteruitgaan.”
Over de cijfers – De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.