NL | FR | LU
Peoplesphere

Woonwerkverkeer : corona verandert weinig aan voorkeur eigen wagen.

Zeven op de tien Belgen neemt ook in 2020 de wagen naar het werk, maar we zijn daarmee niet de slechtste leerling van de (internationale) klas. In Frankrijk en Duitsland is de wagen nog meer het uitgesproken vervoersmiddel naar het werk, met respectievelijk 75% en 73%. Nederland (62%) en de UK (66%) scoren beter. Regionaal zijn er in België wel verschillen, waarbij in Brussel minder dan één op twee werknemers de wagen neemt (47%); trein (29%) en metro, tram, bus (35%) scoren daar goed. De fiets is dan weer populair in Vlaanderen (20% gewone fiets en 10% elektrisch). Opvallend is dat bedrijfswagens een minderheid uitmaken met 14%, waarvan meer dan de helft functiewagens die nodig zijn bij de uitvoering van de job (8%).

Uit de internationale bevraging (juni 2020) stelt SD Worx vast dat Corona de voorkeur voor de wagen niet wijzigde. Zeven op de tien Belgen kiest voor de auto voor de woon-werkverplaatsingen. Daarmee zit België in de middenmoot. Enkel Nederland en de UK doen het met minder auto. In België geeft meer dan de helft van de werknemers (55%) aan de ‘eigen wagen’ te nemen voor woon-werk verkeer. Ook in onze buurlanden primeert de eigen wagen: Frankrijk en Duitsland spannen de kroon met 65% gebruik van de eigen wagen.

Belgen zijn dus niet de slechtste leerling van de klas, ook al komt één op de zeven Belgische werknemers (14%) met een bedrijfswagen; in Nederland is dit negen procent. Opvallend voor de bedrijfswagens in België is dat het bij meer dan de helft (8% in totaal) gaat om een functiewagen, nodig om bijvoorbeeld klanten te bezoeken. Zes procent zegt een salariswagen te hebben. Dat is meer dan in onze buurlanden. De deelauto krijgt niet alleen in België maar ook in de buurlanden weinig voet aan de grond (nergens meer dan 3%).

Vergeleken met 2019 zijn er geen significante verschillen in ons land, tenzij voor de motorfiets die licht afnam (van 3 naar 2%). Dit betekent dat ook de keuze voor de (bedrijfs-)wagen en het openbaar vervoer nagenoeg status quo gebleven zijn. Het corona-effect lijkt zich voorlopig nog niet te laten voelen in de keuze van vervoersmiddel.”

Buurlanden scoren niet altijd beter qua duurzaamheid

Veerle Michiels mobiliteitsexpert van SD Worx: “Enkel Nederland en de UK gebruiken de auto minder. Toch kunnen we iets leren van onze buurlanden. De UK en Duitsland hebben bijvoorbeeld een voorsprong in gebruik van het openbaar vervoer; Nederland maakt zijn reputatie van fietsland duidelijk waar. Daarbij spelen de afstand en de nodige tijd een belangrijke rol. Vanaf 54 km heen-en-terug en een gemiddelde tijdsbesteding van 70 minuten per dag ervaart de Belg het woon-werkverkeer als negatief. De deelauto, het collectief vervoer door de werkgever en de trein scoren in België slecht naar tijdsbesteding. Deelauto scoort ook slecht naar kost. Ook de gebruikerservaring speelt een belangrijke rol: fietsers hebben bijvoorbeeld nood aan veilige fietsinfrastructuur, wat deels de regionale verschillen in België kan verklaren.”

Belg overweegt duurzame alternatieven enkel onder voorwaarden

Een kwart van de ondervraagde werknemers wil zijn auto onder geen beding inruilen. Toch zijn er hefbomen. Bijna één op drie (27%) staat open voor duurzame alternatieven als die even snel zouden zijn. Eén op de vijf geeft aan het openbaar vervoer te overwegen als de dienstverlening beter zou zijn. Voor bijna één op de vijf (18,6%) speelt comfort een rol.

Veerle Michiels van SD Worx: “Werkgevers die een voortrekkersrol willen spelen, houden er best rekening mee dat bij hun werknemers heel wat verschillende voorkeuren en behoeften spelen. Een opsteker voor het federale mobiliteitsbudget (waarmee je een milieuvriendelijke wagen kan kiezen in combinatie met bv. openbaar vervoer of fiets): 8 % spreekt zich hier positief over uit, 10 % zou een elektrische fiets of step gebruiken van de werkgever, 7 % zou in ruil voor een fietsvergoeding de fiets opspringen naar het werk, 6 % wil graag openbaar vervoer gebruiken als dit volledig betaald wordt door de werkgever en bijna 6 % zegt wel iets te zien in een deelauto. Opnieuw potentieel voor het mobiliteitsbudget: al deze duurzame oplossingen zijn mogelijk binnen de tweede pijler van dit budget en genieten daar van een erg gunstige (para)fiscale behandeling.”

Brussel scoort goed in openbaar vervoer; Vlaanderen fietst

Regionaal zijn er grote verschillen. In Brussel primeert het gebruik van openbaar vervoer (29% trein,35% tram/bus/metro) dat het gebruik van de eigen wagen (29%) nipt voorbij steekt. In Vlaanderen en Wallonië is het gebruik van de eigen wagen het meest uitgesproken (resp. 54 en 70%). De Vlaamse werknemer neemt het vaakst de fiets (20% gewone en 10% elektrische fiets). Opvallend: van de Vlaamse fietsende pendelaars ontvangt slechts 16% een vrijgestelde fietsvergoeding van maximum 0,24 EUR per km.

Ook als we kijken naar combinaties van vervoersmiddelen, merken we regionale verschillen. Vandaar dat de top tien ook verschillende cijfers toont. De ‘eigen wagen’ domineert in alle gewesten (het meest in Wallonië), maar in Brussel wel op gelijke hoogte met ‘Metro,tram, bus’. Hierin valt op dat de ‘eigen fiets’ in Vlaanderen in de top drie staat; in Wallonië nog net in de top 10 van meest gebruikt (maar een tiende van Vlaanderen). In Brussel is de fiets niet te zien in de top 10, maar eerder combinaties met het openbaar vervoer. De elektrische fiets staat enkel in de top 10 van Vlaanderen (positie 5), ook in combinatie met de ‘eigen wagen’ (positie 8).

Wat de combinatie van vervoersmiddelen betreft, is er nog een weg te gaan. Een constante in elk gewest is dat werknemers vasthouden aan één vorm van transport. Wie toch combineert, doet dat met eigen wagen en fiets (Vlaanderen), openbaar vervoer (Brussel) en eigen wagen en openbaar vervoer/te voet in Wallonië.

 

Bron: HR-dienstenleverancier SD Worx onderzocht tussen 8 en 26 juni 2020 onder meer het woon-werk verkeer bij de werkende contractuele bevolking (online panel bevraging via onderzoeksbureau iVOX). Zelfstandigen en niet-werkenden worden niet meegenomen. Mensen die volledig op tijdelijke werkloosheid gezet zijn omwille van COVID-19 zijn dus niet opgenomen. Bijna vier op tien (36%) van de medewerkers in deze steekproef werkten van thuis uit, 29% vanop kantoor, 17% vanuit een fabriek of bouwwerk en de resterende 18% vanaf een andere werkplek. De resultaten werden ook gewogen om representatief te zijn voor de actieve arbeidsbevolking.

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.