Werkplekleren is dé leervorm van de toekomst, althans volgens Alain Dehaze, Global CEO van The Adecco Group. Het vormt dan ook hét gespreksonderwerp van een Breakfast Causerie deze ochtend, georganiseerd in het kader van de European Vocational Skills Week. Het thema luidt als volgt: “The Power of Partnerships: GAN as gamechanger in work-readiness programs”. Door met alle betrokken partijen rond de tafel te zitten en samen de opportuniteiten en obstakels van werkplekleren te identificeren, hoopt hij als voorzitter van het GAN (Global Apprenticeship Network) het debat in België op gang te brengen.
Op 22 juni 2017 trok een Belgische delegatie naar Zwitserland om er het succesvolle, nationale duaal leersysteem van nabij te bekijken. Gastheer Alain Dehaze werd er o.a. vergezeld door Federaal minister van Werk Kris Peeters (CD&V), Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) en Franstalig minister van onderwijs Marie-Martine Schyns (cdH). De aanwezigen waren allen enorm onder de indruk en zagen opportuniteiten om ook in België werk te maken van duaal leren.
Maar wat is duaal leren precies?
Bij duaal leren gaat het om leren op de werkplaats. Denk hier bijvoorbeeld aan het leercontract. Jobgerelateerde competenties – en bijgevolg een zekere werkervaring – worden meteen verworven tijdens het leren in een reële werksituatie, wat de inzetbaarheid van de student erg verhoogd eens hij afgestudeerd is. Het verschil tussen werkplekleren en duaal leren is dat werkplekleren de overkoepelende term is voor alle vormen van leren op de werkplaats. Duaal leren, stage traineeships en zelfs bedrijfsbezoeken zijn allen een vorm van werkplekleren.
België is Zwitserland niet
België hinkt sinds jaren achterop in Europa om jongeren klaar te stomen voor de arbeidsmarkt, zo blijkt uit de hoge graad van jongerenwerkloosheid in ons land. Eén op de tien jonge Belgen tussen 15 en 24 jaar zit niet op school, heeft geen diploma noch job en volgt geen enkele opleiding (NEET). België verbond zich tegenover Europa tegen 2020 het percentage NEETs te doen dalen tot 8,2%. Er is dus nog werk aan de winkel.
“Onze doelstelling is om met deze Breakfast Causerie de eerste stappen naar een Belgisch GAN National Network te zetten door samen met de aanwezigen uit zowel de private als publieke sector de opportuniteiten en obstakels van work- readiness programma’s in België te identificeren”, aldus Alain Dehaze.
Een eerste, noodzakelijke stap richting dit succes, dit overlegplatform, maar er wordt toch naar de overheid en scholen gekeken om initiatief te nemen en de vooropgestelde doelen na te streven. “Nu de opportuniteiten en obstakels in kaart gebracht worden, ligt de bal in het kamp van de verantwoordelijke ministers om een kader op te zetten voor work- readiness programma’s. Ik kijk alvast uit naar de stappen die zij zullen ondernemen”, besluit Alain Dehaze.