Het gaat daarbij om personen van 15 jaar ouder die werken of-gewerkt hebben. 55,4% van hen heeft bot-, gewrichts- of spierklachten. Op de tweede plaats volgt stress, depressie of angstgevoelens (25,9%). Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau. Daarnaast hadden, van de 5.101.792 werkenden of personen die de laatste 12 maanden nog gewerkt hadden, 120.198 (2,4%) Belgen een arbeidsongeval met verwonding. In 8,5% van de gevallen gaat het om een verkeersongeval tijdens de werkuren. Over het algemeen hebben mannen vaker een arbeidsongeval, terwijl vrouwen vaker aangeven een gezondheidsprobleem te hebben.
9% van de werkenden of personen die ooit gewerkt hebben had in de laatste 12 maanden een fysiek of psychisch gezondheidsprobleem dat veroorzaakt werd, of verergerd werd, door hun job. Daarbij zijn bot-, gewrichts- en spierklachten met 55,4% het meest voorkomende probleem. Bij 25,9% van de personen met gezondheidsproblemen ging het om stress, depressie of angstgevoelens. Er zijn wel duidelijk verschillen volgens het onderwijsniveau: laag- en middengeschoolden rapporteren vaker bot-, gewrichts- of spierklachten (respectievelijk 72% en 58,2%). Bij de hooggeschoolden gaat het vaker om stress, depressie en angstgevoelens (39,4%).
Gezondheidsproblemen komen vaakst voor in de gezondheidszorg
Belgen die in de sector van de menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening werken, geven het vaakst aan met werkgerelateerde gezondheidsproblemen te kampen. 11,6% van hen heeft een of meerdere gezondheidsproblemen die veroorzaakt of verergerd werden door het werk. Daarna volgen de administratieve en ondersteunende diensten (10,6%) en de overige diensten (10,5%).
Vermoeiende of pijnlijke houdingen grootste risicofactor bij werkenden
De meest voorkomende risicofactoren waar werkenden mee geconfronteerd worden, zijn vermoeiende of pijnlijke houdingen (13,8%), activiteiten die belastend zijn voor de ogen (11,8%) of zware lasten gebruiken (9,5%). Die factoren verschillen sterk van sector tot sector: in het onderwijs is bijvoorbeeld lawaai de grootste risicofactor (16,1%), terwijl veel mensen in de financiële sector aangeven vaak activiteiten te doen die een sterke visuele concentratie vereisen (29,6%).
Grote tijdsdruk of overbelasting heeft meest impact op mentaal welzijn
Overbelasting of hoge tijdsdruk is voor 22,4% van de werkenden belastend voor het mentale welzijn. Dat geldt voor alle sectoren, hoewel in sommige sectoren ook het omgaan met moeilijke klanten, patiënten, leerlingen enz. een grote rol speelt: in het onderwijs komt die factor zelfs bovenaan te staan (18,6%).
Bijna 1 op 10 arbeidsongevallen is een verkeersongeval
112.714 werkenden of personen die in het laatste jaar nog gewerkt hebben (2,4 %) , hebben in de 12 maanden voorafgaand aan de referentieweek één of meerdere arbeidsongevallen met een verwonding gehad. 8,5% van die arbeidsongevallen zijn verkeersongevallen.
Een verkeersongeval is in deze resultaten elk ongeval dat gebeurt tijdens de werkuren, op openbare of privé-wegen of parkings. Ongevallen tijdens het woon-werkverkeer worden niet meegerekend. Ook ongevallen met voertuigen of machines op bouwwerven of landbouwvelden worden in deze resultaten niet beschouwd als verkeersongeval.
Vooral mannen en laaggeschoolden hebben arbeidsongeval
Er zijn verschillen volgens geslacht, leeftijd en onderwijsniveau. Mannen (2,9%) hebben meer te maken met arbeidsongevallen dan vrouwen (1,7%). In de leeftijdsklasse 18-24 jaar (3,3%) komen arbeidsongevallen met verwonding meer voor dan bij 25-49-jarigen (2,4%) en 50-plussers (2,1%). Laaggeschoolden (3,4%) zijn vaker slachtoffer dan middengeschoolden (3,1%) en hooggeschoolden (1,4%).
Bij diegenen die aan het werk zijn, werken arbeiders in de privésector in de gevaarlijkste omstandigheden. 4,3% zegt een arbeidsongeval met verwonding te hebben gehad in de laatste 12 maanden, terwijl dat slechts het geval was bij 1,5% van de bedienden in de privésector.
De beroepen waar de meeste arbeidsongevallen zich voordoen zijn de ‘Bedieners van machines en installaties, assembleurs’ (5,6%) en de ‘Ambachtslieden’ (5%). Aan de andere kant komen arbeidsongevallen met verwonding het minst voor bij het ‘Administratief personeel’.
In bepaalde sectoren komen arbeidsongevallen meer voor. In de bouwsector heeft 4,4% van de werkenden in de laatste 12 maanden een arbeidsongeval met verwonding gehad. In de sector ‘Verschaffen van accommodatie en maaltijden’ en ‘Vervoer en opslag’ komen arbeidsongevallen eveneens meer dan gemiddeld voor (respectievelijk 3,7% en 3,6%).
62% is minder dan een maand afwezig
Een kwart van de personen die slachtoffer werden van een arbeidsongeval met verwonding is minder dan 1 dag of helemaal niet afwezig geweest op het werk omwille van het ongeval. 23,7% was 1 maand of langer arbeidsongeschikt.
Bron & methodologie : de cijfers zijn het resultaat van een bevraging over arbeidsongevallen en werkgerelateerde gezondheidsproblemen die Statbel, het Belgische statistiekbureau, in 2020 aan de eerste bevraging van de enquête naar de arbeidskrachten koppelde. 26.111 personen van 15 jaar en ouder beantwoordden de enquête. Geëxtrapoleerd naar de totale bevolking gaat het om 6.950.050 personen.