Tijdens de eerste jaarhelft van 2019 waren op een gemiddelde werkdag iets meer dan 7 werknemers op 100 afwezig door ziekte of privé ongeval. De absenteïsmecijfers van de eerste helft van 2019 wijzen net als de cijfers van 2018 in de richting van een mogelijk plafond van het langdurig absenteïsme in België. Opnieuw stagneren de cijfers.
Uit de jaarlijkse barometer van HR-dienstverlener Securex over absenteïsme onder werknemers in België blijkt dat langdurig absenteïsme tussen 2008 en 2017 elk jaar significant steeg. In 2018 steeg het jaarcijfer voor het eerst niet significant. Analyses van de eerste jaarhelft van 2019 tonen opnieuw dezelfde tendens. De cijfers geven net als in 2018 een niet-significante evolutie aan en versterken hiermee het eerdere vermoeden van Securex dat absenteïsme in België na tien jaar opeenvolgende stijging eindelijk zijn plafond bereikt heeft. Dit lijkt alvast het geval bij Belgische privébedrijven tot 1000 werknemers.
Het ‘lange’ ziektepercentage (langer dan een jaar) en het ‘middellange’ ziektepercentage (van een maand tot een jaar) bleven in de eerste helft van 2019 op vrijwel hetzelfde niveau als in de eerste helft van 2018. Ook het korte ziektepercentage (minder dan een maand) bleef op hetzelfde niveau. Resultaat: het totale ziektepercentage in bedrijven tot 1000 werknemers stagneert op 7,32%. Dat wil zeggen dat op een gemiddelde werkdag in de eerste helft van 2019 iets meer dan 7 werknemers op 100 afwezig waren door ziekte of privéongeval.
Het korte ziektepercentage stijgt licht op de lange termijn (+10% sinds 2014), maar de jaarlijkse evolutie ervan wordt sterk beïnvloed door de omvang van de griepepidemie. Dat is ook dit jaar het geval. Terwijl het korte ziektepercentage in de eerste helft van 2018 nog een sterke stijging kende, stelt Securex voor de eerste helft van 2019 een niet-significante daling vast. De omvang van de griepepidemie was begin 2019 eerder ‘normaal’, terwijl die begin 2018 een hogere piek kende en ook langer duurde. Bijgevolg stelt Securex voor de eerste helft van 2019 vast dat het aantal ziektemeldingen per werknemer en het percentage afwezigen licht daalde, met respectievelijk 1,6% en 1,7%.
Stagnering mogelijk gevolg van invoering re-integratiewet
Securex gaf eerder al drie verklaringen voor deze mogelijke stagnering: de vertragende vergrijzing bij werknemers, een stijgend besef van het belang van mentale gezondheid en een mogelijk succes van de re-integratiewet.
Er bestaat dus mogelijks een verband tussen de stagnering van de ziektecijfers en de invoering van de re-integratiewet in België. Die trad eind 2016 in werking met als doel om arbeidsongeschikte werknemers na ziekte terug aan het werk te krijgen. De nieuwe wet inspireerde tot meer re-integratietrajecten, meer formele, en vermoedelijk ook meer informele. Het resultaat van deze trajecten – (deeltijds) terug aan het werk of ontslag – zien we vaak pas een jaar later in de cijfers. Dit zou kunnen verklaren waarom de absenteïsmecijfers in België vanaf de tweede jaarhelft van 2018 stagneren.
Heidi Verlinden, HR Research expert bij Securex: “Er is bijkomend onderzoek nodig om te evalueren of deze stagnering ook in 2019 het resultaat is van onder meer de re-integratiewet. Er is nu wel opnieuw een aanwijzing dat het absenteïsme in België eindelijk zijn plafond lijkt bereikt te hebben, en dit alvast bij bedrijven tot 1000 werknemers. Het aantal langdurige afwezigen blijft echter nog steeds erg hoog. Daarom moeten werkgevers blijven inzetten op preventie en re-integratie van langdurig zieke werknemers om de algemene activatiegraad terug op peil te brengen.”
Ook de cijfers van het RIZIV wijzen op een minder sterke toename van het aantal werknemers én van het aantal uitkeringsdagen in primaire arbeidsongeschiktheid (eerste jaar, zonder periode van gewaarborgd loon) bij de actieve bevolking. De RIZIV-cijfers over invaliditeit (vanaf het tweede jaar van elke afwezigheid) zijn niet vergelijkbaar met deze van Securex, omdat de RIZIV-cijfers afzonderlijk voor actieven (zonder werklozen) niet beschikbaar zijn.
Bron: de cijfers in dit onderzoek gelden voor een gemiddelde werknemer in een gemiddelde onderneming tot 1000 werknemers in de Belgische privésector. In de eerste helft van 2019 telde de steekproef 25.340 werkgevers en 200.556 werknemers.