Nu fase 2 van kracht is in de strijd tegen het coronavirus leeft er bij veel organisaties ongerustheid. Het advies in de pers om medewerkers die zich ziek voelen naar de arbeidsarts te sturen is goedbedoeld, maar een verkeerd signaal. “Voor diagnose en behandeling van zieken, is de huisarts het eerste aanspreekpunt”, zegt Mensura, de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Dit neemt niet weg dat de arbeidsarts een belangrijke preventieve rol vervult om de verspreiding van het virus te voorkomen.
“Het is het niet de rol van de arbeidsarts om een werknemer op een mogelijke besmetting te onderzoeken. Het Ministerie van Volksgezondheid legt die taak expliciet bij de curatieve sector, de huisarts dus, en – in tweede lijn – de ziekenhuizen”, verduidelijkt Marie-Noëlle Schmickler, directeur medisch toezicht bij Mensura.
Belangrijke preventieve en adviserende rol arbeidsarts
Toch spelen de externe diensten een belangrijke rol in de strijd tegen de verspreiding van het virus. “De specifieke taak van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk is om risico’s verbonden aan het werk te monitoren en te helpen voorkomen. Ook in de context van het coronavirus hebben wij een belangrijke preventieve en adviserende rol te vervullen. Zo staan wij werkgevers bij om op de werkvloer de juiste maatregelen in te voeren die mogelijke besmetting helpen voorkomen. Tegelijk begeleiden we hen bij andere werkgerelateerde vragen die door het virus opduiken. Wat zegt de arbeidswet voor een medewerker die niet kan komen werken vanwege het risico? Wat met reizen van en naar China? Hoe voorkomt u als werkgever de mogelijke impact op uw business?”
Tot nader order kunnen werknemers die terugkeren uit landen of regio’s waar coronapatiënten zijn gemeld gewoon weer aan het werk. “Worden ze ziek binnen de 14 dagen na terugkeer, dan moeten ze thuisblijven, een huisarts bellen en hun reisgeschiedenis en symptomen vermelden. De huisarts, die de nodige richtlijnen van Volksgezondheid ontvangen heeft, kan de situatie goed beoordelen en de gepaste maatregelen nemen”, aldus Marie-Noëlle Schmickler.
De heersende onduidelijkheid over wat nu wel of niet een goede praktijk is, is te wijten aan de verschillende fases waarin specifieke landen zich bevinden. “We worden sinds enkele weken overspoeld door informatie over de corona-uitbraak. Voor veel mensen is het moeilijk te begrijpen waarom er in het buitenland andere maatregelen worden genomen dan in ons land. Dat heeft alles te maken met in welke fase van het noodplan we ons bevinden. Voor België is dat momenteel fase 2. We zijn waakzaam, en leggen ons nu toe op het virus zo snel mogelijk te detecteren en te beperken. Er liggen procedures klaar om verdere escalatie tegen te gaan. Landen zoals China en Italië kennen intussen een dusdanige uitbraak, dat detectie daar niet langer de focus is, maar het verlenen van medische zorg.”
Basishygiëne
1 – Was of ontsmet je handen regelmatig:
voor en na het eten
na een toiletbezoek
na fysiek contact
na het hoesten of niezen
na gebruik van het openbaar vervoer of verblijf in publieke ruimtes.
2 – Houd afstand van andere personen. Geef geen hand of kus.
3 – Bedek uw mond en neus met een wegwerpzakdoekje bij niezen of hoesten. Gooi de zakdoekjes weg in een afgesloten vuilnisbak en was uw handen.
Bron: Mensura