De aandacht voor de problematiek van burn-out past in een beleid dat zich richt op duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking. Werknemers met burn-outsymptomen rapporteren hogere verzuimcijfers; ze zijn frequenter en meer langdurig afwezig. Bovendien overwegen deze werknemers vaker ander werk te zoeken en vrezen ze meer dan anderen dat ze hun werk niet zullen volhouden tot de pensioenleeftijd. Dat laatste geldt ook voor zelfstandige ondernemers. Daarenboven zijn zelfstandige ondernemers met burn-out symptomen vaker ontevreden met hun keuze voor het zelfstandig ondernemerschap.
Kader en onderwijs
Bij de min-30-jarigen kampt reeds 7,5 procent van de werknemers met burn-outklachten, bij de 50-plussers loopt dit aandeel op tot meer dan 10 procent. Burn-outklachten komen dus voor in alle leeftijdsgroepen, maar de kans hierop neemt toe met de leeftijd.
De percentages burn-outklachten bij werknemers liggen hoger bij vrouwen (10,1 procent) dan bij mannen (9,1 procent) en bij voltijders (10,0 procent) ten aanzien van de deeltijders (8,7 procent). Ook bij (midden)kaders (12,1 procent) en onderwijsmedewerkers (11,9 procent) ligt dit percentage beduidend hoger dan bij de andere beroepsgroepen.
Voor het ontwikkelen van burn-outklachten blijkt – van alle onderzochte risico’s op de werkplek – vooral de hoge arbeidsbelasting zwaar door te wegen. Het gaat hier vooral over de belasting op kwantitatief vlak (hoge werkdruk) maar ook over de belasting in emotionele termen (emotionele belasting). De relatief hoge percentages voor burn-out bij onderwijsmedewerkers zijn hiervan getuige. Maar ook andere factoren op het werk kunnen een rol spelen bij het ontstaan van burn-out. Werknemers die niet goed gecoacht worden door hun leidinggevende bijvoorbeeld maken dubbel kans om burn-outsymptomen te ontwikkelen. Voor zelfstandige ondernemers is een ernstig competentiedeficit op het vlak van management en beheer van de organisatie een belangrijke risicofactor voor burn-outklachten.