De Nationale Arbeidsraad is op 22 februari in plenaire zitting samengekomen onder het voorzitterschap van de heer R. Delarue. De Nationale Arbeidsraad evalueert collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90 (niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen) en verduidelijkt welke doelstellingen onder het toepassingsgebied daarvan vallen.

In zijn advies nr. 2.275 spreekt de Raad zich uit over de aanbevelingen van het Rekenhof in het rapport van april 2021, getiteld “Niet-recurrente bedrijfsresultaatsgebondenvoordelen – Een instrument om de werknemersprestaties te bevorderen”, die aan hem gericht zijn, en over verzoeken van de FOD Werk om de procedures te verbeteren.
Zo heeft het Rekenhof met name aanbevolen over te gaan tot een globale evaluatie van het stelsel van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen.

Na afloop van zijn onderzoek concludeert de Raad dat de collectieve arbeidsovereenkomst nr.90 zowel door de ondernemingen als door de werknemers goed gepercipieerd wordt, over het geheel genomen goed functioneert en dus op dat vlak niet aangepast hoeft te worden. Wat de aanbeveling van het Rekenhof over de promotie en de veralgemening van de e-bonus betreft, onderschrijft de Raad dat voorstel, dat strookt met de letter en de geest van zijn adviesnr. 2.107 van 27 november 2018, waarin hij zich eveneens uitspreekt vóór een e-bonus voor via collectieve arbeidsovereenkomsten ingediende toekenningsplannen.

Voorts herhaalt de Raad in ditzelfde advies de grondbeginselen van het stelsel van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen, in het bijzonder die met betrekking tot de te bereiken doelstellingen en verduidelijkt hij dat deze doelstellingen bovendien moeten bijdragen tot de verbetering van de resultaten of de prestaties (van de werknemers) van de onderneming.
Daartoe stelt hij een typologie van conforme doelstellingen op, die hij illustreert met concrete voorbeelden. Het gaat met name om:

• economische en financiële doelstellingen,
• doelstellingen tot verbetering van de collectieve prestaties en het merkimago van de onderneming (bijvoorbeeld de deelname aan betalende of gratis opleidingen/seminars en de organisatie van betalende of gratis opleidingen/seminars),
• doelstellingen die verband houden met welzijn op het werk en veiligheid (bijvoorbeeld deelnemen aan acties ter bevordering van een preventiecultuur in het bedrijf),
• doelstellingen in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen, milieubescherming/ecologie (zoals acties voor gelijke kansen en gelijke behandeling binnen het bedrijf),
• doelstellingen inzake mobiliteit (waaronder het aanmoedigen van zachte mobiliteit),
• doelstellingen in verband met andere maatschappelijke uitdagingen (onder andere het verkrijgen van certificaten, labels of normen op het gebied van milieu of maatschappelijk verantwoord ondernemen).

De Raad heeft in het bijzonder aandacht besteed aan de doelstellingen in verband met het welzijn op het werk en de doelstellingen inzake mobiliteit. Dit zijn actuele thema’s, waarvoor de Raad de collec-tieve arbeidsovereenkomst nr. 90 heeft aangepast aan de verduidelijkingen die de sociale gespreks-partners wilden aanbrengen met betrekking tot de toegelaten doelstellingen en de voorwaarden waar-aan in dit verband moet worden voldaan.

Bron: NAR