Vlaams minister van Onderwijs Demir plant nieuwe maatregelen voor de opwaardering van het technisch en beroepsonderwijs. Een versterking van dit praktijkgericht onderwijs is al jaren en op vele fronten nodig. De Vlaamse vakbonden en werkgeversorganisaties in de SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) doen daarom vanuit sociaal-economische hoek een aantal voorstellen om te evolueren naar excellent praktijkgericht onderwijs in Vlaanderen.
Zo kan de groeiende groep leerlingen er met voldoende ondersteuning een vak leren en competenties ontwikkelen om later een goede plek op de arbeidsmarkt te vinden. Want zoals bekend: de vraag is groot naar goed opgeleide technici en verzorgenden.
Stijn Gryp, voorzitter SERV: “De SERV ondersteunt het voornemen van minister Demir om volop de kaart te trekken van het technisch en beroepsonderwijs en de leerlingen tegelijk beter aansluiting te doen vinden met de arbeidsmarkt en hogere studies. Volgens de SERV komt het erop aan om de jongeren goed te begeleiden, ze sterk te laten starten, hoge verwachtingen te stellen, uit te pakken met de eigenheid en sterktes van praktijkscholen en verregaande samenwerking op te zetten tussen onderwijs en werk.”
Steeds meer leerlingen in het technisch en beroepsonderwijs
Het praktijkgericht onderwijs groeit jaar na jaar in Vlaanderen. Het voorbije schooljaar (2024-2025) telden de arbeidsmarkt- en dubbele finaliteit samen bijna 100.000 leerlingen in het vijfde en zesde jaar. Het aantal leerlingen in de dubbele finaliteit steeg zelfs tot boven het aantal leerlingen in de doorstroomfinaliteit (het vroegere ASO). Drie studiedomeinen zijn populair: maatschappij & welzijn, STEM en economie & organisatie.
Wat kan beter?
- Informeer en begeleid jongeren beter in hun studiekeuze want met een slechte studiekeuze loeren schoolvertraging en afhaken om de hoek. Investeer dus in laagdrempelige en enthousiasmerende online informatie over waar je welke opleiding kunt volgen, welke beroepen linken met welbepaalde opleidingen, hoe groot de kans op werk is na de opleiding, wat het startloon is, hoeveel leerlingen slagen …
- Alle kinderen moeten vlot en sterk kunnen starten in het secundair onderwijs. Grijp de nieuwe minimumdoelen in het basisonderwijs dus aan om leerlingen goed op te volgen en meer kinderen het getuigschrift van het basisonderwijs te doen halen. Als het getuigschrift toch niet gehaald wordt, vindt de SERV het belangrijk dat de kinderen in een evenwaardige B-stroom komen met aandacht voor een sterkte praktijkgerichte opleiding én schakelkansen.
- Het streven naar excellentie en gelijke onderwijskansen moeten hand in hand gaan. Kwaliteitsvol onderwijs houdt in dat alle jongeren de school verlaten met de kennis en vaardigheden om volwaardig deel uit te maken van de samenleving. Nu is dat voor ca. 1 op de 5 leerlingen niet het geval. Hoge verwachtingen stellen voor alle leerlingen is nodig.
- Pak uit met de sterktes van praktijkgerichte scholen. Praktijkgerichte scholen bieden relevante opleidingen aan en werken intens samen met ondernemingen om alles heel concreet en toepasbaar te maken. Scholen mogen hier veel meer mee uitpakken. De SERV is voorstander van domeinscholen waar leerlingen uit verschillende finaliteiten samen praktijkles volgen of werken aan projecten met ambitieuze leerdoelen. Wie leraar wil worden zou ook minstens één stage moeten lopen in het praktijkgericht onderwijs.
- Sla meer bruggen tussen het onderwijs- en arbeidsmarktbeleid. De SERV vraagt naar meer dialoog met het onderwijs over de programmatie van het aanbod in het technisch en beroepsonderwijs. Zo kunnen leerlingen afstuderen met zicht op werk in sectoren waar vele handen nodig zijn door de groene transitie, de vergrijzing … Zevende jaren en graduaatsopleidingen zijn volgens de SERV aanvullende schakels in een aantrekkelijk praktijkgericht onderwijs.
- Investeer in een stevige samenwerking tussen scholen en ondernemingen. Veel leerlingen kijken uit naar het praktische deel van de opleiding op de werkvloer. Veel competenties die ze onder de knie moeten krijgen, komen daar samen. Maar zelfs bedrijfsbezoeken zijn nog niet ingeburgerd in een vierde jaar van de arbeidsmarktfinaliteit. De SERV vraagt nog meer aandacht en ondersteuning voor werkplekleren en wil meer samenwerking tussen de versnipperde initiatieven die er nu zijn. De sectorale opleidingsfondsen kunnen daar een belangrijke rol in spelen.
Bron: SERV