Sinds het uitbreken van de coronacrisis aanvaardt de RVA een soepele toepassing van het begrip overmacht en konden ondernemingen gebruik maken van een vereenvoudigde procedure voor tijdelijke werkloosheid. Dit coronastelsel werd al verschillende keren verlengd en geldt nog tot 31 augustus.
Het stelsel heeft zijn nut meer dan bewezen, door ontslagen te vermijden en de koopkracht te vrijwaren. Ook voor de administratieve werkbaarheid in deze tijden met ongezien hoge tijdelijke werkloosheid, is het een troef voor de RVA-administratie en de uitbetalingsinstellingen en zorgt het ervoor dat de werknemers tijdig hun uitkering krijgen.
In een unaniem akkoord van 18 juni kwamen de sociale partners in de Groep van Tien overeen om het stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ‘corona’ in het algemeen verder te verlengen tot en met 31 december 2020.
Intussen verscheen op 1 juli KB nr. 46 van 26 juni 2020 in het Belgisch Staatsblad, dat voorziet in een overgangsregime (van 1 september 2020 tot 31 december 2020) van economische werkloosheid voor ondernemingen die niet meer in de voorwaarden verkeren om een beroep te doen op het ‘coronastelsel’. Daarbij blijkt dat de regering het soepele en eenvoudige coronastelsel enkel voor de ‘hardst getroffen sectoren’ wil behouden. Het nieuwe besluit, dat heel wat vragen oproept, dreigt het akkoord van de sociale partners naast zich neer te leggen.
VBO herhaalt dat het belangrijk is dat akkoorden van de sociale partners worden gerespecteerd. “De sociale partners vroegen gezamenlijk om geen onderscheid te maken op basis van al dan niet zwaar getroffen sectoren. Een sectorale aanpak is geen goede aanpak, en dreigt veel ondernemingen in moeilijkheden in de kou te laten staan. Er wordt dan ook gevraagd om de sectorale aanpak te vervangen door een regeling voor zwaar getroffen ondernemingen. De sociale partners hebben in hun akkoord daartoe een criterium voorgesteld, maar zijn bereid te zoeken naar verdere verfijningen. Daarnaast wil de Groep van Tien dat de regering in het overgangsregime van economische werkloosheid de vormingsverplichting (2 dagen/maand) in hoofde van werkgevers schrapt en die in handen geeft van de regionale bemiddelingsdiensten.”
Bron: VBO – Competentiecentrum Werk & Sociale Zekerheid