Het systeem van tijdelijke werkloosheid door overmacht wegens corona heeft de tewerkstelling in ons land op niveau gehouden. Er zijn nu zelfs 4% meer mensen aan het werk dan in februari, de laatste pre-coronamaand. Tot die conclusie komt hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van een representatieve steekproef bij 32.000 werkgevers. Acerta ziet ook opnieuw meer zelfstandigen instromen op onze arbeidsmarkt: in juli was er een stijging met maar liefst 20%. Die is vooral toe te schrijven aan het aantal startende zelfstandigen in bijberoep, maar ook aan de positieve impact van de steunmaatregelen van de overheid.
De cijfers van Acerta tonen dat het op dit moment goed gaat met de tewerkstelling in de privésector. Het systeem van ‘tijdelijke werkloosheid corona’ heeft de eerste impact van de pandemie op onze tewerkstelling dus goed opgevangen. Er is zelfs een kleine groei (+4,2%) in de tewerkstelling tegenover de laatste pre-coronamaand, februari 2020. Blikken we nog verder terug, dan stellen we vast dat de tewerkstelling in 2020 systematisch hoger uitkomt dan die van januari 2019 (de maand die Acerta als referentie neemt), zelfs in de maanden van lockdown. Dat mensen onder contract konden blijven, is wat het systeem van tijdelijke werkloosheid beoogde en dat is dus gelukt.
Tijdelijke werkloosheid in juli gehalveerd
Het ziet ernaar uit dat het vangnet van tijdelijke werkloosheid de zwaarste druk achter de rug heeft. In juli 2020 werd nog gemiddeld 3,3% van het aantal werkbare dagen niet gepresteerd wegens tijdelijke werkloosheid corona, een halvering van het percentage van juni. En in juni was er al een halvering van de tijdelijke werkloosheid opgetekend in vergelijking met mei 2020.
Nele Mertens, juridisch adviseur bij Acerta: “Dit zijn natuurlijk “maar” gemiddelden, de situatie is lang niet voor elke onderneming dezelfde. En dat juli een vakantiemaand is, zal ook een positief effect hebben op de cijfers van tijdelijke werkloosheid. Maar er is nog steeds veel werk in de private sector. Dat bevestigt ook de retour van jobstudenten en flexijobbers. Hen zien we pas op de werkvloer als de reguliere werknemers te veel om handen hebben. En ze zijn terug, in juli 2020 waren de jobstudenten alweer goed voor 6,7% van de voltijdse equivalenten. Dat is niet eens veel lager dan hun aandeel van 7,9% in juli vorig jaar. De flexijobs nemen ook weer 1,1% van het werk voor hun rekening.”
Reguliere tewerkstelling in juli bijna op pre-corona niveau
Als we tijdelijke werkloosheid, studenten- en flexijobs uit de tewerkstellingscijfers halen, dan zien we dat de “reguliere” tewerkstelling (andere werknemers met een contract van onbepaalde en bepaalde duur) – in juli op 97,5% uitkomt van de tewerkstelling van februari 2020, vóór corona. In de maakindustrie hebben sommige ondernemingen zelfs garen kunnen spinnen bij de uitdagingen van corona en is de reguliere tewerkstelling zelfs iets hoger dan voor aanvang van de pandemie. De social profitsector ondervond ook geen grote impact. De tewerkstelling zit er op 99,3% van de tewerkstelling in februari.
Instroom zelfstandigen: 20 % meer starters in juni
De coronacrisis heeft ook een impact gehad op de zelfstandigen. In de eerste drie maanden van het eerste kwartaal van 2020 stroomden meer zelfstandigen in dan dezelfde maanden van het jaar ervoor. Maar in april en mei viel hun aantal sterk terug.
Katrien Jonckheer, Director Starters en Zelfstandigen Acerta: “Op basis van de cijfers van juni mogen we concluderen dat mensen met startplannen hebben gewacht om de sprong te wagen, maar niet definitief zijn afgeschrikt. Acerta noteert voor juni 2020 20% meer starters dan in juni 2019. De starters hebben zelfs het begin van een nieuw kwartaal niet afgewacht. Een maand later, in juli, zien we dat het inhaalmanoeuvre weliswaar voorbij is, maar ook dan zet de stijging zich door, met +7% tegenover juli 2019. Aan dit tempo verwachten wij bij Acerta dat we half september het aantal starters van 2019 zullen evenaren en daarna voorbijsteken.”
Wat de cijfers voor 2020 ook tonen, en niet alleen in de coronamaanden, is dat er bij de starters een verschuiving merkbaar is van hoofdberoep naar bijberoep. Redelijk wat ‘nieuwe’ zelfstandigen beginnen dus niet meteen voluit aan hun zelfstandigenbestaan. Tijdelijke werkloosheid corona liet ook toe een bijberoep op te starten, ook dat zal in de cijfers over starters in bijberoep hebben meegespeeld. De groeisectoren voor hoofdberoepers zijn onder andere consultancy, de bouwsector en vrije beroepen. Ook in bijberoep doet consultancy het goed.
Corona-aanpak met overbruggingskrediet vergroot vertrouwen in zelfstandigenstatuut
“De oproep om zelf mondmaskers te maken heeft bij sommigen misschien wel een sluimerende zelfstandigen-ambitie geprikkeld. Wat we zeker mogen stellen is dat de manier waarop de overheid de uitdagingen van de coronaepidemie heeft aangepakt het zelfstandigenstatuut goed heeft gedaan. Geïnteresseerden hebben gezien dat de overheid ook aan de zelfstandigen denkt. Dat het vangnet daar, onder de vorm van het overbruggingskrediet, een waardevol vangnet is. Dat heeft de perceptie over het zelfstandigenstatuut zeker positief bijgesteld en de drempel om de stap naar zelfstandigheid te zetten, verlaagd. Dat zelfstandigen al in verschillende van onze bevragingen hebben bevestigd blij te zijn met hun keuze, blijft wellicht ook niet onopgemerkt. Ook dat begint in het voordeel van het zelfstandigenstatuut te spelen.”
Dat de overheid de corona-vangnetten nog niet heeft opgerold (bv. verlenging tijdelijke werkloosheid corona) en overgangsscenario’s voorziet (bv. economische werkloosheid) is bedoeld om de tewerkstelling zoveel mogelijk op peil te blijven houden. Tot nu zijn we erin geslaagd een belangrijk deel van de negatieve impact van corona op de tewerkstelling minstens vooruit te schuiven. Of we die impact op die manier helemaal kunnen uitvlakken, zal over enkele maanden blijken.
Bron: Acerta – de analyse is enerzijds gebaseerd op een representatieve steekproef van werknemers in dienst bij meer dan 32.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. Anderzijds is de analyse gebaseerd op het aantal startende zelfstandigen die zich sinds 1 januari 2019 bij het Sociaal Verzekeringsfonds (SVF) Acerta zijn komen aansluiten.