Het rapport ‘World Employment and Social Outlook: Trends 2020’ voorspelt dat het aantal werklozen zal stijgen met ongeveer 2,5 miljoen in 2020. De wereldwijde werkloosheid is de afgelopen negen jaar min of meer stabiel gebleven, maar de vertraging van de wereldwijde economische groei betekent dat er naarmate de wereldwijde beroepsbevolking toeneemt niet genoeg nieuwe banen worden gecreëerd voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Bijna een half miljard mensen werken minder betaalde uren dan ze zouden willen, of hebben onvoldoende toegang tot betaald werk, zo blijkt uit een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).
De werkloosheid is blijven dalen in Europa, maar deze trend zal naar verwachting afvlakken in 2020, aangezien de groei van de werkgelegenheid afneemt als gevolg van de verkrapping van de arbeidsmarkten in landen als Duitsland en Nederland, samen met de toegenomen onzekerheid en een algemene economische vertraging.
De studie voorspelt dat de l. In Nederland zou het werkloosheidscijfer lichtjes dalen, terwijl het in Luxembourg stabiel zou blijven.
Het rapport stipt aan dat de mismatch tussen de vraag naar en het aanbod van arbeid niet alleen nefast is voor de werkloosheid, maar ook voor de onderbenutting van het arbeidspotentieel. Naast het wereldwijde aantal werklozen (188 miljoen) hebben 165 miljoen mensen niet genoeg betaald werk en 120 miljoen mensen hebben het actief zoeken naar werk opgegeven, of geen toegang tot de arbeidsmarkt. In totaal gaat het om meer dan 470 miljoen mensen wereldwijd.
“Voor miljoenen mensen wordt het alsmaar moeilijker om een beter leven op te bouwen door te werken,” zei Guy Ryder, Directeur-generaal van de IAO. “De aanhoudende en aanzienlijke ongelijkheid en uitsluiting op het gebied van werk verhinderen dat zij waardig werk vinden. Dit heeft verontrustende gevolgen voor de sociale cohesie.”
Het rapport bespreekt ook de ongelijkheden op de arbeidsmarkt. Aan de hand van nieuwe gegevens en schattingen blijkt dat de inkomensongelijkheid op mondiaal niveau groter is dan eerder werd gedacht, met name in de ontwikkelingslanden.
Wereldwijd is het aandeel van het nationale inkomen dat naar arbeid gaat tussen 2004 en 2017 aanzienlijk gedaald, van 54 procent naar 51 procent. Deze daling is het meest uitgesproken in Europa, Centraal-Azië en Noord- en Zuid-Amerika. Wat de Europese landen betreft, is het aandeel van het arbeidsinkomen tussen 2004 en 2016 aanzienlijk gedaald in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië en Spanje.
Andere belangrijke ongelijkheden – gedefinieerd naar geslacht, leeftijd en woonplaats – blijven de huidige arbeidsmarkten kenmerken en beperken zowel de individuele mogelijkheden als de economische groei. Veel jongeren van 15 tot 24 jaar hebben te kampen met ondermaatse arbeidsvoorwaarden.
In Europa is de kwaliteit van de banen voor jonge werknemers achteruit aan het gaan door het toenemende aantal tijdelijke banen. Jonge werknemers in de regio doen ook onevenredig vaak oproepwerk en deeltijds werk, of werken als schijnzelfstandige.
Wat de economische groei betreft, stelt het rapport dat het huidige tempo en de soort groei de inspanningen belemmert om de armoede terug te dringen en de arbeidsomstandigheden in de lage inkomenslanden te verbeteren. Het type groei moet verschuiven zodat activiteiten met een hogere toegevoegde waarde worden aangemoedigd, door middel van structurele transformatie, technologische modernisering en diversificatie.
In het jaarlijkse “WESO Trends” rapport worden de belangrijkste arbeidsmarktvraagstukken geanalyseerd, waaronder werkloosheid, onderbezetting van de arbeidsmarkt, inkomensongelijkheid en factoren die mensen uitsluiten van waardig werk.
Bron: IAO