Nu de aanbeveling om thuis te werken is weggevallen (in Vlaanderen en Wallonië), zullen de meeste werknemers meer dan de helft van de werkdagen opnieuw op kantoor doorbrengen. Iets meer dan 6 op de 10 ondernemingen (60,9 %) kiest ervoor om zijn personeel minstens 3 dagen per week naar kantoor te laten komen. 1 op de 10 bedrijfsleiders zweert bij volledige aanwezigheid op de werkvloer. Dat blijkt uit een bevraging van hr-dienstenbedrijf ACERTA samen met KU Leuven bij 280 bedrijven. Nochtans is telewerk ondertussen uiteraard goed ingeburgerd in de Belgische ondernemingen en staan 9 op de 10 bedrijven positief tegenover het ‘hybride werken’. De evenwichtsoefening tussen werken op kantoor en thuiswerk heeft zijn volle potentieel nog niet bereikt, stellen experts van Acerta en KU Leuven.
Thuiswerk was ooit een voorrecht, het voorbije anderhalf jaar was het plots een verplichte of sterk aangeraden coronamaatregel. Vanaf 1 september is de aanbeveling van de overheid om thuis te werken weggevallen in Vlaanderen en Wallonië. Maar betekent dat ook dat werknemers nu meteen opnieuw het gros van de werkuren op kantoor moeten en zullen doorbrengen? 9 op de 10 ondernemingen is alvast van plan om de hybride werkvorm – een mix tussen thuiswerk en werk op kantoor – in te voeren, zo blijkt uit de cijfers van Acerta, KU Leuven.
10 % (nog) niet mee in hybride werken
Dat 90 % van de werkgevers kiest voor hybride werken, impliceert ook dat 10 % daar niet in meegaat. De meesten daarvan, 9 %, zullen hun werknemers vragen om de hele werkweek naar kantoor te komen.
Aan de andere kant van het spectrum, zijn er nauwelijks ondernemingen die gaan voor 100 % telewerk: 1%.
Kathelijne Verboomen, directeur van het kenniscentrum van Acerta Consult: “Het hybride werken breekt niet in alle ondernemingen door. Er zullen altijd bedrijven zijn waar, veel, zo niet alle, activiteiten plaatsafhankelijk zijn. Van de 9 % werkgevers die medewerkers graag volledig willen zien terugkeren naar werken op kantoor, zijn het vooral kleinere ondernemingen die vasthouden aan de klassieke werkvorm.”
33,7 % van de ondernemingen zegt een duidelijk beleid rond hybride werken te hebben en ook daar zijn het vooral de grotere ondernemingen die dat doen.
6 op 10 terug naar ‘oude’ cultuur van aanwezigheid op kantoor
In de grote groep (89,8 %) die kiest voor hybride werken, vraagt zes op de tien bedrijven (60,9 %) zijn personeel om in de eerste plaats vanaf de bedrijfslocatie te werken, met telewerk als alternatief. Concreet: hun werknemers zullen minstens drie dagen op kantoor doorbrengen. 28,9 % interpreteert hybride werken precies andersom: mensen werken in de eerste plaats van thuis en komen soms naar kantoor.
Kathelijne Verboomen: “Om de verbondenheid tussen medewerkers en werkgever te stimuleren, pleiten we wel voor een terugkeer naar kantoor. Of het nu gaat om twee of drie dagen thuiswerk, daar hechten we minder belang aan. Belangrijk is wel om de dagen waarop medewerkers op kantoor werken, in te vullen met waarde toevoegende activiteiten die het best in een kantooromgeving plaatsvinden zoals brainstormings, team meetings, individuele overleg momenten etc. Daarnaast moet er ook aandacht gaan naar het informele. Dat laatste dreigt al eens verloren te gaan bij digitaal werken.”
Professor Marijke Verbruggen, Coördinator Work & Organisation Studies KU Leuven: “Werkgevers zijn zich ervan bewust dat leidinggevenden de meer technische uitdagingen van hybride werken als team al wel onder de knie hebben, maar dat ze nog wat extra opleiding en begeleiding kunnen gebruiken, bijvoorbeeld wat betreft teamwerk, stimuleren van initiatief, zelfsturing vs. opvolging, coaching vanop afstand. Hoe persoonlijker het onderwerp, hoe meer de bedrijfslocatie de voorkeur geniet. Natuurlijk zullen er altijd taken zijn die beter op kantoor kunnen gebeuren en andere beter van thuis, maar we stellen wel vast dat de geesten verder rijpen. De mogelijkheden zijn zeker nog niet uitgeput.”
Hybride werken, dit is nog maar het begin
Kathelijne Verboomen (Acerta): “Dat 90 % van de ondernemingen voor een hybride werkvorm gaat, is een revolutie. Twee jaar geleden waren we helemaal nog niet zover. Maar de voorlopige invulling van hybride werken is nog heel voorzichtig. Dit is nog maar het begin. Want eigenlijk gaat hybride werken over meer dan de werkplek. Niet alleen werken mensen niet meer altijd vanaf dezelfde plek, ze werken ook niet altijd op hetzelfde moment aan hetzelfde project of dezelfde taak. Naast de factor plaats is er dus de factor tijd: mensen werken soms synchroon (gelijktijdig) en soms asynchroon, zoals ze soms fysiek samenwerken en soms fysiek apart. Om álle mogelijkheden van hybride werken ten volle te benutten, zullen we nog op heel wat processen een nieuw licht moeten schijnen. Feit is: de eerste stappen zijn nu gezet.”
Bron: het panel van ACERTA bestaat uit panelleden die zorgvuldig geselecteerd werden uit kleine, middelgrote en grote bedrijven. De leden bekleden een van de volgende functies: CEO, HR Directeur, HR businesspartner, HR manager of payrollverantwoordelijke. De panelbevraging werd afgenomen in de periode van 21 juni tot 6 juli 2021 en 280 panelleden namen deel aan de bevraging.