SD Worx tekent een grote stijging in het middellang ziekteverzuim tussen een maand en een jaar op bij jonge werknemers onder de 34 jaar, en zelfs een verdubbeling bij werknemers jonger dan 25 jaar. De coronacrisis heeft de afgelopen maanden een zware impact gehad op de werkgelegenheid, en dat effect is nu ook te zien in het middellang ziekteverzuim. Het zijn voornamelijk jonge werknemers die hierdoor worden getroffen.
Wanneer SD Worx de cijfers van januari 2019 tot en met juli 2021 analyseert, is de vaststelling duidelijk: het middellang ziekteverzuim neemt voortdurend toe. Voor kort ziekteverzuim (minder dan een maand) is er een dalende tendens tussen januari en juli, met 1,81% minder ziekteverzuim vergeleken met dezelfde periode in 2019. Een succesvolle vaccinatiecampagne kan deze stabiele lijn verklaren. De cijfers worden wel snel in perspectief geplaatst, aangezien het ziekteverzuim op middellange termijn (tussen een maand en een jaar) in tweeënhalf jaar tijd met meer dan 11% is gestegen.
Kim Van Houtven, Senior HR Consultant bij SD Worx: “We zien deze trend al een tijd bij verschillende bedrijven en in verschillende sectoren, en ook al voor de crisis. Maar als we de curve verder analyseren, nemen we tijdens de pandemie een versnelling waar met een piek in april vorig jaar, en een terugkeer naar het normale peil tijdens de zomer. Sindsdien is de curve gestaag blijven stijgen.” Kim Van Houtven vervolgt: “In totaal waren bijna 3 van de 100 gewerkte dagen ingevuld door middellang verzuim. Bij arbeiders ligt het percentage bijna dubbel zo hoog als bij bedienden, met een verzuimpercentage van 4,39% ten opzichte van 2,34%. In januari 2019 zaten we op een gemiddelde van 2,4%. Dat betekent dus dat we in twee jaar tijd meer dan een halve dag op de 100 te werken dagen verloren hebben aan ziekteverzuim. Dat is een belangrijk cijfer voor werkgevers.”
Jonge werknemers meer getroffen
In alle leeftijdscategorieën stelt SD Worx een stijging vast in het middellang ziekteverzuim. De stijging is het sterkst bij werknemers onder de 25 jaar (al blijft het middellang ziekteverzuim er onder de 2%). Het ziekteverzuim op middellange termijn is op 30 maanden tijd verdubbeld. De tendens is hetzelfde voor werknemers tussen de 25 en de 29 jaar (+33) en werknemers tussen 30 en 34 jaar (+24%).
Kim Van Houtven, Senior HR Consultant bij SD Worx, licht toe: “Sociale interactie is belangrijk voor elke leeftijdscategorie, maar bij de start van een carrière is het belangrijk om regelmatig gecoacht te kunnen worden, en regelmatig in contact te komen met collega’s om de bedrijfscultuur te absorberen en helemaal te integreren. De combinatie van de beperkingen in het privéleven en het thuiswerk lijkt een effect te hebben op jonge werknemers, en op hun aanwezigheid op het werk. We stellen een historisch hoog verzuimpercentage vast op middellange termijn bij jonge werknemers onder 25 jaar, en bij jongere werknemers in het algemeen.”
Goed nieuws ondanks het verzuim
Niet alle tewerkstellingscijfers zijn negatief in juli. Het aantal gewerkte dagen zal in 2021 hoger liggen dan vorig jaar. Jean-Luc Vannieuwenhuyse, Juridisch Expert bij SD Worx, besluit: “Het ziekteverzuim op middellange termijn in ons land is zorgwekkend. Toch hebben we de laatste maanden ook redenen om tevreden te zijn. Het aantal gewerkte dagen in 2021 is gestegen ten opzichte van vorig jaar, en de maatregel tijdelijke werkloosheid als gevolg van het coronavirus, kent in juli het laagste percentage sinds de start van de crisis. Deze tendens stemt ons positief.”
Bron: Hr-dienstenleverancier SD Worx ontwikkelde de Employment Tracker om zicht te krijgen op de impact van COVID-19 op de arbeidsmarkt in België. De tracker biedt een overzicht van het percentage ‘gewerkte dagen’, absenteïsme, tijdelijke werkloosheid en opname van wettelijke vakantiedagen. Op die manier schetst SD Worx, de grootste loonberekenaar van België, een relevant beeld van de meest getroffen en de meest actieve sectoren en regio’s. Dat gebeurt op basis van loongegevens van 70.000 werkgevers en bijna 1 miljoen Belgische werknemers, waarvan één derde arbeiders en twee derde bedienden, actief in allerlei sectoren en bedrijven van verschillende omvang. De resultaten geven een duidelijke trend weer bij de werkgevers in de privésector.