Het aantal tijdelijk werklozen is in april met de helft gestegen in vergelijking met eind maart. Meer dan een op de drie bedienden en meer dan de helft van de arbeiders zat afgelopen maand minstens één dag tijdelijk werkloos thuis. In totaal zaten minstens 11 % van de werkenden in april de hele maand tijdelijk werkloos thuis.
De dienstensector, de handel (incl. horeca) en de maakindustrie werden het hardst getroffen. De tijdelijke werkloosheid vertegenwoordigde 23 % van het aantal werkbare dagen dat door werknemers in de private sector hadden kunnen worden gepresteerd. Positief is wel dat meer en meer tijdelijk werklozen een stukje loon bijgepast krijgen door hun werkgever. Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstengroep Acerta op basis van de loongegevens bij een staal van meer dan 32 000 werkgevers.
Helft meer mensen in tijdelijke werkloosheid ten opzichte van eind maart
In april is het percentage werknemers dat minstens één dag tijdelijk werkloos (TW) was met de helft gestegen in vergelijking met eind maart. Een op de drie bedienden zat in april minstens één dag tijdelijk werkloos thuis, een stijging van 40 % ten opzichte van de laatste weken van maart (weken 12 en 13). Bij de arbeiders kreeg bijna zes op de tien (56 %) te maken met tijdelijke werkloosheid, bij kaderleden gaat het om 22 %.
Kathelijne Verboomen, Directeur Kenniscentrum Acerta: “Het systeem van tijdelijke werkloosheid is ondertussen verlengd tot eind juni en minister Muylle wil het systeem zelfs tot 1 september verlengen. We steunen dergelijke beslissing, want het laat ondernemingen toe om hun werknemers in dienst te houden en hen opnieuw te activeren in hun onderneming op het tempo dat de vraag naar arbeid terug aantrekt. Hierdoor wordt vermeden dat werkgevers genoodzaakt zouden zijn om werknemers te ontslaan, die ze later, als de vraag voldoende terug toeneemt, absoluut nodig zullen hebben. Dat het systeem werkt, tonen ook de ontslagcijfers die we verzamelden: ze zijn licht gedaald ten opzichte van de periode voor corona. We verwachten ook dat de komende weken en maanden ondernemingen geleidelijk aan minder een beroep zullen doen op tijdelijke werkloosheid, in aantal dagen en in het aantal werknemers dat ermee te maken krijgt. Werkgevers bereiden zich in elk geval voor op verschillende scenario’s: we krijgen zowel vragen over de uitbreiding van het stelsel van tijdelijke werkloosheid als over (collectief) ontslag.”
Meer dan een op de tien werknemers minstens 20 dagen tijdelijk werkloos
Een op de tien werknemers (11,6 %) zat in april minstens 20 werkdagen thuis. Het werkelijke aantal dat een ganse maand tijdelijk werkloos was, zal in werkelijkheid nog hoger liggen omdat deeltijdse werknemers, ook als zij volledig tijdelijk werkloos zijn, nog steeds een beperkt aantal dagen werkloosheid zullen hebben. Bijvoorbeeld iemand die 50 % werkt met volledige dagen, zal in deze cijfers naar voor komen met 10 of 11 dagen tijdelijke werkloosheid en dus ook geen arbeidsprestaties geleverd hebben gedurende de ganse maand.
In de handel is het percentage werknemers dat de hele maand tijdelijk werkloos was het grootst: 10 %. In de dienstensector vinden we dan weer het grootste percentage arbeiders (15 %) dat de volledige maand werkloos was.
23 % van het aantal werkbare dagen ging in april naar tijdelijke werkloosheid
Als we de tijdelijke werkloosheid afzetten tegenover het aantal dagen waarop werknemers theoretisch arbeidsprestaties moesten leveren op basis van hun arbeidsregime, dan komen we aan een globale tijdelijke werkloosheid van 23 % voor de werknemers die een job hebben. Kathelijne Verboomen: “Dit betekent dat bijna één kwart van de arbeidstijd niet gepresteerd werd vanwege de Corona-pandemie. Dit is een zeer hoog percentage, maar niet zo onverwachts. De heropstart van bedrijven en de opening van winkels in mei zal dit cijfer gelukkig in grote mate doen dalen. Maar ook in mei mag verwacht worden dat nog een belangrijk deel van het aantal arbeidsdagen niet gepresteerd zal worden door corona. Dat “diensten” zeer hoog scoort hoeft niet te verwonderen. In deze indeling zijn horecazaken en pretparken mee ondergebracht. De handel vertegenwoordigt dan weer zowel de groot- als kleinhandel. En hier vind je zowel de winkel voor voedingsmiddelen, als alle andere winkels die tot 10 mei verplicht gesloten waren.”
Dubbel zoveel tijdelijk werklozen krijgt van de werkgever bijpassing van loon
In april kreeg een vijfde van de getroffen werknemers een stukje loon bijgepast door zijn/haar werkgever (sociale fondsen niet meegerekend). Dat is een verdubbeling in vergelijking met eind maart, toen het systeem van tijdelijke werkloosheid net ingevoerd werd. Toen ging het om een op de tien tijdelijk werklozen die een aanvulling op het loon kreeg, zo bleek al uit een eerdere analyse van Acerta.
Kathelijne Verboomen: “De eerste weken van de ‘tijdelijke werkloosheid door overmacht’ was voor niemand duidelijk hoelang de situatie zou duren. Iedereen werd verrast door de snelle (economische) impact van het coronavirus. In april was het voor de meeste werkgevers al duidelijk dat de crisis langere tijd zou aanhouden en ook financieel een veel grotere impact zou hebben dan eerst gedacht . En daarop hebben weer wat meer werkgevers gereageerd met het toekennen aan hun mensen van een extra aanvulling op de uitkering tijdelijke werkloosheid.”
Tijdelijke werkloosheid sterkst gestegen in financiële sector
Het aantal tijdelijk werklozen is in alle sectoren de afgelopen maand toegenomen, zij het niet in alle sectoren even sterk. Het grootste percentage werknemers met tijdelijke werkloosheid vind je bij de arbeiders en in het bijzonder bij de arbeiders uit de dienstensector: 73 % werd er in april ermee geconfronteerd. Bij de bedienden zijn het vooral zij die actief zijn in de handel en de maakindustrie die minstens één dag op tijdelijke werkloosheid zijn gezet. De toename van de toepassing van tijdelijke werkloosheid is het grootst in de financiële sector, maar het aandeel daar blijft wel klein.
Anciënniteit geen bepalende factor voor tijdelijke werkloosheid, omvang van de onderneming wél
De details van de analyse door Acerta over tijdelijke werkloosheid tonen geen relatie tussen tijdelijke werkloosheid en anciënniteit: of je nu langer of korter in dienst bent, het maakt geen verschil.
De grootte van de onderneming daarentegen speelt wel een rol: hoe groter het bedrijf, hoe minder tijdelijke werkloosheid wordt toegepast voor bedienden, zowel in aantal dagen als in aantal bedienden dat ermee te maken krijgt.
Kathelijne Verboomen: “Dit verband tussen bedrijfsgrootte en tijdelijke werkloosheid gaat wel enkel op voor bedienden. Voor arbeiders is er geen verband tussen grootte van de werkgever en tijdelijke werkloosheid. Waar we wel nog een verschil merken, is tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers. Het aandeel vrouwen dat te maken krijgt met tijdelijke werkloosheid is namelijk wat kleiner. De verklaring hiervoor is het feit dat verhoudingsgewijs meer vrouwen in de social profit werken, waar tijdelijke werkloosheid zich minder voordeed.”
Bron: Acerta – De cijfers komen van de loonberekening voor april 2020 en maart 2020 van een staal van meer dan 32.000 werkgevers. De percentages tijdelijke werkloosheid verwijzen, tenzij anders aangegeven, naar het deel werknemers dat voor de aangegeven periode minstens 1 dag tijdelijk werkloos was. Een maandloon van €3000 is gehanteerd als criterium voor ‘kader’.