Het nieuwe ontwerpdecreet inzake Opleidingsverlof en het politieke akkoord van de Vlaamse Regering is een stap in de goede richting. Binnenkort zal het Opleidingsverlof (dat voor Vlaanderen het stelsel van Betaald Educatief Verlof vervangt) nog alleen toegestaan worden voor arbeidsmarktgerichte opleidingen en voor loopbaangerichte opleiding die gevolgd worden in uitvoering van een loopbaanbegeleiding. Brussel en Wallonië hebben nog geen initiatieven genomen om het huidige stelsel te vervangen of bij te sturen.
Uit de cijfers van HR-dienstengroep ACERTA blijkt dat die herziening een goede zaak is, zowel voor werknemer als voor werkgever. In 2017 maakte 1,97% van de werknemers gebruik van betaald educatief verlof (BEV). De werknemers die het betaald educatief verlof gebruikten, waren gemiddeld 58 uur afwezig voor deze reden.
Iedereen heeft er de mond van vol: we moeten allemaal levenslang bijleren en onze vaardigheden en kennis constant bijspijkeren. Werknemers en werkgevers hebben hier een gedeelde verantwoordelijkheid. Werknemers die het initiatief nemen om een opleiding te volgen, kunnen hiervoor dikwijls gebruik maken van het educatief verlof. Daardoor krijgen ze het recht op een aantal uren afwezigheid en de werkgever betaalt hen door om de opleiding te volgen, te studeren, … Een deel van de loonkost die de werkgever hierdoor maakt, betaalt de overheid terug. Deze opleiding hoefde tot nu toe niet noodzakelijk relevant te zijn voor de job die de werknemer vandaag uitoefent of voor een functie die hij of zij in de toekomst ambieert.
ACERTA pleitte er al langer voor om de rol van educatief verlof te herbekijken. Een belangrijke voorwaarde moet worden dat de opleiding er effectief voor zorgt dat werknemers zich beter kunnen inzetten en ontplooien bij hun werkgever. Alleen dan zal het educatief verlof relevant zijn in het kader van duurzame inzetbaarheid.
Dirk Wijns, director Acerta Consult: “Een diploma op zak hebben is tegenwoordig basis, een goed begin. Maar jezelf voortdurend bijscholen is heel belangrijk om ervoor te zorgen dat je inzetbaar blijft op de arbeidsmarkt. Het systeem van het educatief verlof is hiervoor ideaal voor de werknemer. En als werknemer en werkgever dit samen afspreken binnen een opleidingstraject waarin beiden investeren, zal het rendement op termijn groot zijn.”
Gemiddeld neemt een werknemer 58 uren betaald educatief verlof
Als er een recht is op educatief verlof kan de werknemer, afhankelijk van de opleiding en de duur ervan , maximaal 80 (taalcursussen) tot 120 uur betaald educatief verlof opnemen. In werkelijkheid zien we dat de werknemers die betaald educatief verlof nemen hier zelden aan komen. Het gemiddeld aantal uren betaald educatief verlof dat genomen wordt door werknemers die een erkende opleiding volgen bedraagt 57,78 uur in het schooljaar 2017-2018. Dit aantal is vrij constant over de jaren heen. Zo bedroeg het gemiddelde 5 jaar geleden 57,29 uur (schooljaar 2013-2014).
Het aantal werknemers dat betaald educatief verlof neemt daalt.
Hoewel het stelsel van educatief verlof een manier is om werknemers te stimuleren om inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt, daalt het gebruik daarvan de laatste jaren lichtjes. In 2012 maakte 2,43% van de werknemers er gebruik van, vorig jaar was dat nog maar 1,97%. Dit betekent een daling met 15% op 5 jaar tijd.
Vrouwen nemen iets meer educatief verlof dan mannen.
Vrouwen maken meer gebruik van educatief verlof dan mannen. Maar het verschil tussen beiden bedraagt slechts een goede 10%. En voor beide geslachten geldt dat zij jaar na jaar minder gebruik maken van het stelsel.
Tussen de grootte van een bedrijf en het percentage werknemers die gebruikmaken van hun recht op educatief verlof is er een duidelijk verband: hoe groter het bedrijf, hoe hoger het percentage werknemers dat gebruik maakt van het stelsel van betaald educatief verlof. En de werknemers uit een onderneming met meer dan 50 werknemers maken beduidend meer gebruik van het stelsel van betaald educatief verlof als werknemers uit een kleinere onderneming.
Dirk Wijns: “Dat in een klein bedrijf de onderlinge betrokkenheid nauwer is en de impact van een afwezige collega sneller voelbaar is, zou een verklaring kunnen zijn. Ook het feit dat een onderneming met meer dan 50 werknemers ook een Comité heeft en/of een vakbondsafvaardiging want zij gebruiken geregeld het stelsel van educatief verlof via de erkenning van de algemene opleidingen van vakbonden. Maar net zo goed kan het zijn dat in een groter bedrijf groei en ontwikkeling meer ingebed is en dat dat werknemers stimuleert om ook persoonlijk in te zetten op ontplooiing.”
Wallonië niet gewonnen voor educatief verlof.
Er is ook een verschil in de populariteit van educatief verlof tussen de Gewesten: Brussel en Vlaanderen zaten in het verleden op een vergelijkbaar niveau. 2017 laat echter een belangrijke daling zien in het gebruik van het betaald educatief verlof. In Wallonië bedraagt het aantal gebruikers van het stelsel slechts 60% van het aantal dat er in Vlaanderen beroep op doet. “De gewesten zijn sinds 1 juli 2014 bevoegd voor educatief verlof, maar voor noemenswaardige verschillen in de regelgeving heeft dat voorlopig niet gezorgd. Met het ontwerpdecreet Opleidingsverlof voorziet Vlaanderen nu wel in een totaal nieuw stelsel vanaf het schooljaar 2019-2020.”
Vlaams ontwerpdecreet een stap in de goede richting.
In uitvoering van het akkoord van de Vlaamse sociale partners en de Vlaamse Regering in het Vlaams Economisch en Sociaal OverlegComité (VESOC) op 11 juli 2017 staat vandaag een ontwerpdecreet inzake Opleidingsverlof op stapel. Recentelijk besliste de Vlaamse Regering in uitvoering daarvan dat werknemers jaarlijks op maximaal 125 uur betaald Opleidingsverlof aanspraak zullen kunnen maken en dat alleen opleidingen erkend zullen worden die arbeidsmarktgericht zijn of die loopbaangerichte zijn en passen in een persoonlijk opleidingsplan (POP).
ACERTA is al langer van mening dat het doel van het educatief verlof herbekeken moet worden. Indien nodig, moet de overheid de voorwaarden daarrond zelfs verstrengen. Nu is het bijvoorbeeld zo dat je voor een opleiding verlof kan nemen, zelfs wanneer die cursus niet relevant is voor de werkgever. En dat kan de bedoeling van educatief verlof niet zijn, vindt ACERTA. De organisatie roept dan ook op dat een werknemer educatief verlof krijgt, als de cursus of de training die de hij of zij wil volgen, kan leiden tot een betere inzetbaarheid bij de huidige werkgever. “Het lijkt ons logisch indien de werkgever het educatief verlof mee moet financieren, dat de gevolgde opleiding relevant moet zijn voor de job die de werknemer vandaag uitoefent of in de toekomst in de organisatie zal krijgen. Op dat ogenblik kan het stelsel van educatief verlof mee een onderdeel uitmaken van het ganse opleidingstraject dat werkgever en werknemer overeenkomen. Dat is geloofwaardiger en verhoogt op termijn ook het draagvlak rond educatief verlof binnen een organisatie. Het nieuwe ontwerpdecreet legt de link tussen opleiding en huidige functie wel en biedt zo een betere ondersteuning voor de werkgever. Met het oog op duurzame inzetbaarheid en gezien de dalende populariteit van educatief verlof is de herziening dus absoluut een goede zaak. Een win-win voor werkgever en werknemer.”
Over de cijfers – De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.