De bedrijfsleiders zijn optimistisch over de tewerkstelling in hun ondernemingen tijdens de relance na de coronacrisis. 60 % van de werkgevers verwacht geen werknemers te moeten ontslaan in het najaar van 2021 noch in 2022. 70 % van hen verwacht juist extra werknemers te zullen aanwerven het komende anderhalf jaar. Om hun personeel na de coronacrisis aan boord te kunnen houden, denken bedrijfsleiders er wel aan om bepaalde werknemers tijdelijk aan een ander bedrijf uit te lenen. Van robots moeten werknemers alvast geen schrik hebben: 6 op de 10 bedrijven verwacht niet dat technologie en artificiële intelligentie jobs van mensen zal inpikken in 2021 en 2022.
De coronacrisis heeft een stevige impact gehad op de meeste Belgische bedrijven en hun financiën. Maar nu de economische relance stilaan op gang komt, kijken de bedrijfsleiders optimistisch naar de toekomst. Eén op de drie werkgevers geeft duidelijk aan dat hij dit jaar noch volgend jaar medewerkers zal moeten ontslaan. Nog eens 27% denkt dat ‘vermoedelijk niet’ te moeten doen. Naast de 60% van de werkgevers die geen werknemers zal ontslaan, verwacht 70% dat ze dit of volgend jaar (vermoedelijk) zelfs extra personeel in dienst zullen moeten nemen.
Ter vergelijking: in de bevraging vorig jaar onder werknemers, verwachtte 1 op 3 (31%) dat er bij zijn werkgever ontslagen zouden vallen, 1 op 5 (20%) vreesde voor de eigen job.
Kathelijne Verboomen, Director Kenniscentrum en Legal Services Acerta: “De cijfers liggen in de lijn van de verwachtingen en het is een vrij positieve lijn. De arbeidsmarkt, het aantal vacatures en de economie doen het vandaag niet slecht. Dat is mooi, maar wat we nu vooral moeten vermijden is dat we daardoor niet alert zouden blijven. Het is absoluut noodzakelijk dat we dat wel doen. We mogen niet vergeten dat er nog altijd steunmaatregelen gelden. Wat daarna? Zullen de sterk groeiende sectoren – waaronder de retail – de krimpsectoren – zoals de horeca en de eventsector – voor een deel compenseren?”
Werknemers delen en kosten drukken
Om ontslagen te vermijden, zoeken bedrijven naar alternatieve oplossingen. Steeds meer bedrijfsleiders denken er bijvoorbeeld aan om hun werknemers tijdelijk uit te lenen aan andere bedrijven, waar ze nieuwe inzichten en kennis kunnen opdoen. 58% kent het principe van ‘delen van werknemers’ en de helft onder hen staat ervoor open. De voornaamste redenen zijn: werknemers verder laten groeien en ontwikkelen (69%) en het vermijden van een ontslag (35%).
De bevraging onder de werkgevers toont ook dat bedrijven vandaag extra nadenken over hoe zij kosten kunnen drukken om ontslagen te blijven vermijden. Bovenaan staan: het loonbeleid optimaliseren d.m.v. fiscaal interessante alternatieven (40% van de respondenten), en verborgen kosten terugschroeven zoals overuren, freelancers, interims (genoemd door 37%).
Technologie pikt geen jobs in
Robots, artificiële intelligentie en andere technologische ontwikkelingen zullen volgens de bedrijfsleiders tot eind 2022 geen jobs van werknemers inpikken. Slechts de absolute minderheid – 6 % – verwacht dat daardoor jobs zullen verdwijnen. 30 % verwacht dat er ook na de coronacrisis evenveel mensenwerk nodig zal zijn en 29 % geeft zelfs aan dat meer taken door mensen zullen uitgevoerd worden.
Kathelijne Verboomen: “De arbeidsmarkt zal niet krimpen, zo blijkt uit onze cijfers. Hij zal wel evolueren . Er zullen altijd degelijk geschoolde mensen nodig zijn en een deel van de taken zal altijd door mensen, zowel hoog- als laaggeschoolden, worden gedaan. Sommige jobs zullen wel verdwijnen en overgenomen worden door robots, computers en andere technologie. Upskilling en reskilling is daar de oplossing voor: door mensen bij te scholen of te herscholen worden ze duurzamer inzetbaar in het eigen bedrijf. Dat was zo voor corona, en dat zal zo blijven na corona.”
Bron : de gegevens komen van de bevraging die ACERTA tweejaarlijks laat uitvoeren onder werkgevers, door Indiville, het collectief voor onderzoek en advies over maatschappij, politiek en media. De bevraging liep van 12 tot 26 april 2021, 526 ondernemingen namen eraan deel, allemaal werkgevers met minstens 5 werknemers. De data werd gewogen om representatief te zijn voor België op het aantal werknemers in de actieve ondernemingen met minstens 5 werknemers.