Eén jaar nadat het coronavirus voor het eerst in Europa werd gesignaleerd, nam HR- en payrollspecialist SD Worx de schade op in de bedrijfswereld. Het bevroeg werkgevers in acht verschillende landen naar de impact op onder meer het algemene reilen en zeilen, de financiële resultaten én op het gemoed en het welzijn van de medewerkers.
Belgische bedrijven ervaren de grootste negatieve impact op het welzijn, gevolgd door financiële resultaten, klantenvraag en tewerkstelling, al helpen steunmaatregelen om deze impact beperkt te houden. Hierdoor is er veel minder ruimte voor loonopslag en promoties. Het enige positieve effect van de crisis zien Belgische bedrijven op het vlak van innovatie. Telewerken, welzijn en gezondheid en herstructureringen zijn de top drie van HR-projecten gestart in 2020. Het onderzoek zoomt in op verschillende bedrijfsaspecten.
In alle landen krijgt welzijn de grootste klappen
Ook in België ervoeren bedrijven de grootste negatieve impact op het welzijn. Ongeveer de helft van de Belgische bedrijven (49,9%) zag in 2020 de moraal en de gezondheid van de medewerkers erop achteruitgaan. Niet verwonderlijk: op Europees vlak scoorden de horeca (63%), gezondheids- (58%) en culturele sector (67%) en het onderwijs (60%) het slechtst.
Ook negatieve impact op financiële resultaten, klantenvraag en tewerkstelling
Naast welzijn vielen ook de financiële resultaten bij 48% van de Europese bedrijven sterk terug. In België zag ongeveer vier op de tien bedrijven (42%) de omzetcijfers dalen. In Frankrijk boerden 58% van alle bedrijven financieel slechter dan voor de coronacrisis. In alle ondervraagde landen zag gemiddeld bijna een kwart (23%) zijn omzet stijgen. In België ging het om 28% van de bedrijven dat een positieve impact zag op zijn financiële resultaten.
Hoewel de helft van de Europese bedrijven de algemene impact van de coronacrisis als overtuigend negatief ervoer, schatten Belgische bedrijven het effect op de tewerkstelling in als licht negatief. Bij meer dan de helft (53%) van de Belgische bedrijven bleef het aantal medewerkers stabiel, ten opzichte van een Europees gemiddelde van 49%. Enkel in België en Nederland leek de impact op tewerkstelling licht negatief. Landen als Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk en de UK schatten het effect negatiever in.
Veel minder ruimte voor loonopslag en promoties
Ongeveer één op drie of 28% van de bedrijven, met een piek van 39% in Frankrijk, moesten hun loonkosten in 2020 herbekijken. Slechtst 12,0% van de Europese ondernemers reikten meer promoties en opslag uit dan voor de crisis. Voor 2021 verwacht 18,8% meer promoties of loonopslag te kunnen geven, een lichte verbetering.
In België verwacht ongeveer een kwart (23,7%) dat er ook in 2021 minder loonopslag of promoties zullen gegeven worden. De cijfers in de andere landen liggen op dezelfde lijn, alleen in Zwitserland en Frankrijk is er nog minder ruimte, want daar zijn de percentages nog hoger, met respectievelijk 33,2% en 39,1%.
“In België zagen we een groter effect: vier op de tien Belgische bedrijven gaven in 2020 minder loonopslag en promoties dan voor de coronacrisis. Ook voor 2021 verwacht een kwart dat hiervoor minder ruimte is. Een op drie bedrijven verwacht in 2021 meer aan de loonkosten te moeten sleutelen. Dit is vergelijkbaar met de meeste landen, hoewel dit in Nederland en Duitsland minder het geval is (ongeveer een op vijf) en in Frankrijk meer met twee op vijf”, zegt Bart Pollentier, Directeur van het Kenniscentrum bij SD Worx. “Bij kmo’s (tot 250 medewerkers) zijn de vooruitzichten minder gunstig. Hoe kleiner het bedrijf, hoe minder financiële ruimte. Dit wordt bevestigd door een recente bevraging bij meer dan 600 kmo-bedrijfsleiders: meer dan de helft (54,3%) ziet geen ruimte voor loonopslag. Bijna een derde van de kmo’s (28,4%) weet het nog niet. Slechts 12,9% zal in 2021 een opslag geven, vaak volgens een eigen systeem, met bonussen. Het kan nuttig zijn om na te gaan of een onderneming gebruik maakt van alle maatregelen die voorhanden zijn.”
Innovatie en efficiëntie krijgen bij één op drie een boost
Tot slot: door de coronacrisis greep een gevoelig aantal bedrijven – al dan niet gedwongen door de omstandigheden – naar innovaties en nieuwe processen gericht op efficiëntie. Op Europees niveau versnelde één op drie (33%) van de bedrijven hun HR projecten. Vooral het Verenigd Koninkrijk (40%) en Ierland (39%) gingen sneller vernieuwingen doorvoeren. In België ging het om een derde van de bedrijven (35%).
Logischerwijs draaiden het hoogst aantal innovatie- en efficiëntieprocessen rond telewerken (37%), maar daarnaast keek één bedrijf op drie naar welzijn en gezondheid (32%) en net geen één op de vier (23%) het digitaliseren of automatiseren van HR. In België maakt ook herstructurering deel uit van de efficiëntieoefeningen, bij een kwart van de bedrijven (24,3%). In 2021 komen daar ook nog training en heroriëntatie projecten bij (27,7%).
In België bleef bij vier op de tien bedrijven de inspanningen hierrond stabiel en 23% zag hier alsnog een negatieve tendens.“Crisissituaties dwingen tot creativiteit. Het innoveren en herdenken van processen ten voordele van meer efficiëntie is daar een voorbeeld van. In België zijn telewerken, welzijn en gezondheid en herstructureringen de top drie van HR-projecten gestart in 2020. Het gaat niet alleen om flexibiliteit in werkuren, maar ook om het anders toewijzen van resources intern en veranderingen qua rol of jobinvulling. Voor 2021 plant bijna een derde van de bedrijven (27,7%) ook een training en heroriëntatie project”, besluit Bart Pollentier.
Over het onderzoek: om meer zicht te krijgen op de impact van de coronacrisis op het bedrijfsleven op Europees niveau, liet HR- en payrollspecialist SD Worx een onderzoek uitvoeren door marktonderzoeksbureau Ipsos. Dat polste aan de hand van een reeks meerkeuzevragen bij in totaal 1.382 werkgevers uit acht landen naar de gevolgen van de pandemie op hun onderneming. Het onderzoek vond plaats in de volgende landen (met telkens het aantal bedrijven dat ondervraagd werd): België (140), Duitsland (201), Frankrijk (220), Ierland (118), Nederland (209), Oostenrijk (128), Verenigd Koninkrijk (233) en Zwitserland (133). Aan het onderzoek namen zowel kleinere als grotere ondernemingen deel, in verschillende sectoren. De resultaten zijn gezien de aantallen voor 95% waarheidsgetrouw.